Bron: Spellenlab
Een speelbord, vier stiften, een dikke stapel onderwerpkaarten, 8 ‘wormpjes’ en een mechanische zandloper. Met dit materiaal is een uurtje ontspanning gegarandeerd. Eigenlijk geen onbekend idee… De bovenste onderwerpkaart wordt omgedraaid (vb. kruiden). De speler links van de startspeler start de klok waarna de eerste speler mag beginnen. Hij schrijft op het slangvormige speelbord in elk vakje een letter van een passend woord. Zijn volgende woord moet nu beginnen met de laatste letter van het voorgaande woord. Een nieuw woord moet eerst luidop meegedeeld worden voordat het opgeschreven wordt. (Een meerderheid van de tegenspelers kan een woord nl. verbieden.) Als de tijd om is, doet de volgende speler verder. Een speler ligt er uit als hij geen enkel woord kon vinden. (Wil hij later in die ronde opnieuw meedoen, dan moet hij een ‘wormpje’ ingeven.) Een ronde eindigt als de slang volgeschreven is, of als op één na alle spelers uitgevallen zijn. Daarna telt iedereen de letters in zijn kleur. Wie na enkele ronden de meeste punten kon verzamelen, wint.