Bron: Spellenlab
Bij deze domino oefenen de leerlingen getalwaarden, zoals 1/5 en 2/3. Er is ook aandacht voor het uitrekenen van eenvoudige opgaven, waarin breuken in allerlei vormen voorkomen (b.v. 1/4 van 36 of 2/3 van 120). In de oefeningen is een oplopende moeilijkheidsgraad verwerkt.
De zelfcontrole is op twee manieren in het spel aangebracht: het begin- en eindgetal in de dominoketting zijn gelijk èn er is een vormcontrole als alle kaartjes zijn gelegd.
De volledige reeks bevat 10 sets (waarbij telkens de breuk x getal voorkomt):
1) breuken 1/2 en 1/4
2) breuken 1/2 tot 1/10
3) breuken 1/2 tot 1/12
4) breuken 1/7 tot 6/7 en 1/9 tot 8/9
5) breuken 2/3, 3/4, 4/5 en 9/10
6) breuken 2/3 tot 1/12
7) mix van set 1 tot set 6
8) gelijkwaardige breuken 2/4=1/2 en 6/3=2
9) gelijkwaardige breuken 3/6=1/2 en 4/2=2
10) gelijkwaardige breuken 1/2 x 8 = 2/4 x8