Bron: Spellenlab
Materiaal om situaties te besproken aan de hand van kaarten. Bij elke situatie wordt iets fout gedaan. Kaarten kunnen in de goede volgorde worden gelegd en daarna besproken worden.
Goed materiaal om bv. in de klas te gebruiken. Wel nodig is dat kinderen de transfer kunnen maken naar andere situaties.
Info website uitgever:
Gewetensconflicten bespreken en oplossingen vinden.
Elk kind kent het slechte geweten als het iets heeft “uitgehaald” of als er een ongelukje is gebeurd. Aan de hand van de in beeld weergegeven verhalen worden er antwoorden gezocht op de vragen: Hoe maak ik het weer goed? Hoe gedraag ik me als ik iemand gekwetst of beledigd heb? Geef ik de fout toe of ontken ik alles? Hoe ga ik met mijn slechte geweten om? Is wat ik gedaan heb nog wel goed te maken? Deze en andere aspecten worden met 9 verhalen in beelden belicht.
Daarbij is elk verhaal zo georganiseerd dat het op een bepaald punt kan worden onderbroken en de kinderen zelf actief kunnen worden. In het eerste deel van de serie afbeeldingen wordt telkens de beginsituatie geschilderd. Zodra de kaart met het vraagteken verschijnt, kiezen de kinderen een symboolkaart uit en vertellen hoe ze de fout zelf weer goed zouden maken. De verschillende voorstellen worden besproken en dan met een vervolg – het tweede deel van het beeldverhaal – vergeleken. Onderwerpen: iemand iets afpakken, stelen, iemand ten onrechte verdacht maken, iemand bang maken, iemand kwetsen of voor schut zetten, expres of per ongeluk iets kapot maken, zich niet aan de regels houden.
Inhoud: 9 in kleur getekende verhalen, elk bestaande uit 5–9 kaarten, 16 oplossingskaarten met symbolen voor het weer goed maken, in totaal 74 getekende kaarten, formaat 9 x 9 cm. De kaarten van een verhaal hebben aan de achterkant elk een even groot nummer. Elke serie tekeningen is met kleine nummers in de juiste volgorde genummerd. De symboolkaarten zijn niet genummerd, aangezien ze voor alle verhalen kunnen worden gebruikt. Met handleiding.
Geschikt voor: Op de peuterschool, de eerste jaren van de basisschool en in het buitengewoon onderwijs.