Bron: Spellenlab
Elke speler kiest een kleur uit en neemt in deze kleur een tekenbord, 7 tipkaarten en evenveel waardekaartjes als er spelers zijn. Daarnaast neemt hij ook een stift en sponsje. Ook de bonuskaartjes en themakaarten (in 4 verschillende moeilijkheidsgraden) worden klaargelegd in het midden van de tafel. De kaartenhouders worden in het midden van de tafel gezet.
Bij de start van elke ronde worden de cijferkaartjes en symboolkaartjes gemengd en elke speler krijgt er van elk eentje en legt deze verdekt voor zich. Nu wordt in elk vakje van de kaartenhouder een kaart (in 1 niveau) geplaatst. (Elke kaart krijgt nu een bepaald symbool, net zoals op de symboolkaartjes.) Bij het startsein kijken de spelers naar hun getal- en symboolkaartje, zoeken de juiste kaart en starten met tekenen. Tegelijkertijd moeten spelers nu ook raden wat de andere spelers tekenen. Denk je iets gevonden te hebben, dan leg je een tipkaartje met cijfer bij de persoon waarvan jij denkt dat deze het tekent. Bij elke persoon mag je maximum 1 kaartje leggen en niet meer terugnemen.
Wanneer een speler beslist om te stoppen met tekenen en raden, neemt hij een bonuskaartje. (Speler die eerst stopt, krijgt een kaartje met de meeste sterren). Het is dus goed nadenken wanneer je dit beslist te doen. Is het laatste bonuskaartje genomen, dan roept de ze speler 'STOP'. Niemand mag nog tekenen of raden. Nu gebeurt de puntentelling voor juiste geraden objecten en bonuskaartjes.
Leuk spel, waar je met heel veel zaken rekening moet houden. Je hoeft niet echt goed te kunnen tekenen om dit spel te spelen.