Bron: Spellenlab
Dit spel kan (tegelijkertijd) op twee verschillende niveaus gespeeld worden: van 8 tot 12 jaar en vanaf 13 jaar. In beide gevallen is de hoofdopdracht dezelfde: elke speler schrijft een (geheim) woord van 4 letters op een papiertje en probeert daarna als eerste de letters van dat geheime woord op het speelbord te verzamelen.
Wie aan de beurt komt, draait aan het rad en merkt hoeveel vakjes hij vooruit mag. Hij verplaatst zijn pion het best naar een vakje met een bruikbare letter. Je verovert die pas na het goed beantwoorden - en door het draairad bepaalde - bijbehorende (taal)vraag.
Een eenvoudige opdracht is b.v. de volgende: Je staat met je pion op de letter v en draait daarna een 9. De opdrachtkaart vermeld dan dat je iets moet noemen dat op straat te zien is en begint met de letter v. Geef je een goed antwoord (beoordeeld door je medespelers) dan leg je een eigen schijf op die letter.
Onderweg kan je ook proberen het woord van een tegenspeler te raden (je ziet nl. steeds welke letters iedereen verzamelt). Als dit je lukt, moet die speler weer helemaal opnieuw beginnen. Gok je echter fout, dan verlies je zelf een reeds veroverde letter.
Komt je pion op een leeg vakje, dan ook moet je een vraag beantwoorden. De 168 kaarten van dit type bevatten tientallen leuke woordspelletjes die al dan niet met een woordenboek te maken hebben. Drie keer na elkaar op zo’n vak de vraag juist beantwoorden geeft ook recht op een letter.
Tenslotte is er nog het “woordenstrijdvakje”. Kom je daarop terecht, dan kies je iemand uit met wie je een woordenduel wilt voeren. De draaischijf bepaalt ook hier welk van de 6 speltypes gespeeld wordt: som woorden op die eindigen op..., geef synoniemen voor..., noem om de beurt b.v. een insect, geef woorden bij een bepaald thema alfabetisch (ik met de startletter a, jij met b, ik met c,...), enz.
Je merkt het, genoeg variatie om met het gehele gezin (of in klassituatie) een uurtje of twee gezellig met taal bezig te zijn.
Puik werk, Jumbo.