Zoop! 2016

Tijdens hun beurt moeten spelers één kaart weggooien die ten minste twee van de drie karakteristieken deelt - aantal dieren, kleur en soort dier - van de laatst afgelegde kaart. Spelers kunnen ook speciale kaarten gebruiken die hen in hun spel helpen.

Het is niet zo evident te weten welke acties men moet uitvoeren bij het leggen van een special kaart. Vandaar dat de doos ook extra kaarten de uitleg van de speciale kaarten.

Spelregels:
De deler heeft 8 kaarten aan elke speler en één kaart wordt open in het midden van de tafel gelegd. De rest van de kaarten worden afgedekt in een stapel gelegd.

Elke speler probeert een kaart te vinden die tenminste 2 van de 3 karakteristieken (aantal dieren, kleur en soort dier) bezit. Deze kaart wordt open op middelste stapel gelegd.

De eerste kaart die gelegd wordt, mag geen wilde kaart of een kooi zijn. Als dat het geval is, mag je de kaart niet afleggen. Als de eerste kaart een speciaal dier is, is het effect ervan niet van toepassing (zie speciale dieren hieronder).

Zodra een kaart is afgelegd, gaat de beurt over naar de volgende speler. Als niemand kan afleggen, wordt een kaart van de stapel getrokken en proberen ze opnieuw te spelen.
Als deze kaart ook niet kan worden gespeeld, gaat de beurt naar de volgende speler.
Als een speler geen spelletje kan maken en de stapel is op, verliezen ze hun beurt.
De eerste speler die alle kaarten heeft uitgespeeld, wint het spel.

Indien iemand exact dezelfde kaart heeft als op de stapel, dan moet hij ‘ZOOP’ roepen. Als 2 spelers op hetzelfde moment draaien, dan moet de laatste speler die ‘zoop’ roept, de kaart houden en de volgende kaart omdraaien.
Als een speler "ZOOP" roept en een verkeerde kaart weggooit, wordt de gespeelde kaart niet afgelegd, en wordt er een andere kaart gedraaid.
Merk op: Je kan "ZOOP" niet roepen aan het begin of einde van een beurt of tijdens een speciale ronde (zie Wild Card)

Als een speler een kaart speelt die geen andere speler kan doen matchen, kunnen ze naar eigen willekeur elke andere kaart wisselen. Deze kaart wordt de kaart die in de volgende beurt past.

Er zijn drie soorten basisdieren: konijnen, koala’s en toekans.
Er zijn vijf soorten speciale dieren: kameleonen, krabben, apen, kikkers en kangoeroes.

Apen: Wanneer een speler deze kaart speelt, moet de volgende speler aan het begin van zijn beurt een kaart draaien.
Kikkers: Wanneer een speler deze kaart speelt, slaat de volgende speler een beurt over.
Kameleon: Het kan elke kleur nabootsen en kan daarom op elke één dierenkaart gelegd worden. De kleur van de kameleon-kaart bepaalt de kleur bij de volgende spelbeurt.
Krab: Wanneer een speler deze kaart speelt, wordt er van spelrichting gewisseld.
Kangaroo: Deze kaart combineert Apen en Kikkers - kaarten. Wanneer een speler deze kaart speelt, slaat de volgende speler zijn beurt over en de volgende speler trekt een kaart. Kangoeroes beïnvloeden daarom twee spelers: één speler mist zijn beurt en de ander trekt een kaart.

Er zijn twee soorten speciale kaarten: 6 wilde kaarten en 4 kooien.
Kooi: Wanneer een speler een speciaal dier speelt, kan dit mbv een kooi gevangen worden. Het maakt niet uit wie de kooi speelt.
Je moet als eerste "gevangen!" roepen. Beide kaarten blijven op de aflegstapel, en de speler wiens kaart is afgepakt, draait de volgende kaart. De beurt gaat over naar de speler die de kooi heeft gespeeld, en iemand legt zijn kaart af.
Er wordt een nieuwe ronde gestart.

Wild Card: Een speler speelt een wilde kaart om een ​​speciale ronde te starten. Deze speler moet een kaart met Koala's, Konijnen of Toekans in zijn hand houden en het soort dier bepalen dat tijdens de Speciale Ronde moet gespeeld worden. De andere spelers moeten een kaart spelen met dit dier, ongeacht het aantal dieren of de kleur van de kaart.
Gedurende deze ronde moet elke speler die geen overeenkomst heeft met het gekozen dier een kaart uit de stapel trekken en zijn beurt overslaan (de getekende kaart kan niet worden afgespeeld).
Wanneer de speler de beurt heeft beëindigd, kan de speler die de speciale ronde heeft begonnen, zijn kaart wisselen. Daarbij komt het spel als voorheen.
De Wild Card kan niet de laatste zijn die door een speler wordt weggegooid, want deze kaart kan alleen worden afgespeeld als de speler in hun hand een kaartje met Koala's, Konijnen of Toekans in bezit heeft.

Het spel eindigt op een van de volgende manieren:
1. Wanneer een van de spelers hun laatste kaart weggooit.
2. Als de stapel op een gegeven moment op is en de spelers geen kaart meer kunnen spelen, eindigt het spel en de speler met de minste kaarten wint. In geval van gelijk spel, wint de speler met de minste hoeveelheid speciale kaarten. Als gelijkspel blijft bestaan, is de winnaar de eerste speler die "Zoop !!!" roept.

De spelregels worden aangepast voor 7 of 8 spelers.