Bron: Spellenlab
De doos bevat het volgende materiaal: kaarten met delen van een giraf erop, een blauwe en rode doorzichtige folie en een buidel met daarin witte houten blokjes met volgende vormen: cirkel, vierkant, ster, driehoek.
De spelregels stellen een aantal varianten voor die met dit materiaal kunnen gespeeld worden.
Op de kaarten staat telkens een deel van een giraf afgebeeld (kop, nek, buik of poten). Op de nek, buik en poten staan telkens 3 rode vormen en 3 blauwe vormen afgebeeld.
Variant 1: Het spel voor zij die goed kunnen onthouden...
Elke speler stelt zijn eigen giraf samen door de vier verschillende delen met de gekleurde zijde naar boven voor zich op tafel te leggen.
De speler aan beurt kiest voor de rode of blauwe folie en legt die op de nek, buik of poten van zijn giraf. Drie vormen verdwijnen en deze moet de speler onthouden. Hij grabbelt in de buidel en haalt de voorwerpen die hij nodig heeft eruit zonder te kijken. Daarna controleert hij door de folie weer weg te nemen. Is het juist, dan mag hij deze kaart verdekt leggen. Zo probeert hij de drie gekleurde delen van zijn giraf om te draaien. Wie hier als eerste in slaagt, mag de kaart met de kop ook omdraaien en wint het spel.
Variant 2: het spel voor zij die iets meer strategie willen...
Elke speler stelt weer een giraf samen zoals in de vorige variant. De jongste speler haalt nu drie vormen uit de buidel en plaatst die in het midden van de tafel. Deze tellen nu voor alle spelers.
Nu vergelijken alle spelers de drie vormen met deze die te zien zijn op de kaarten van hun eigen giraf. Wie denkt dat de drie vormen op tafel zichtbaar zullen worden na het plaatsen van de rode of blauwe folie op één van zijn eigen kaarten roept "Twiga Trick!"
Die speler controleert zijn vermoeden. Als hij dit correct ingeschat heeft, mag hij die kaart omdraaien. In het andere geval blijft de kaart met de gekleurde zijde naar boven liggen.
Nadat elke speler eenmaal aan de beurt kwam, verwisselt de jongste speler een vorm op tafel met een nieuwe vorm uit de buidel. Het spel gaat verder. Na de volgende ronde mag iemand anders een vorm verwisselen.
Wie als eerste zijn eigen drie kaarten kan omdraaien, wint het spel.
Commentaar
Een heel leuk systeem dat geheugen stimuleert, maar ook de tactiele herkenning. Wat wel erg jammer is, is dat de rode vormen niet helemaal verdwijnen bij het opleggen van de rode folie. De blauwe folie werkt wel heel goed.
De tweede variant kan je nog interessanter maken. In plaats van willekeurig met een vorm uit de buidel te wisselen, kan je ook alle vormen open op tafel leggen en toelaten dat de speler aan beurt een vorm naar keuze omwisselt in functie van zijn eigen drie kaarten. Dan krijg je een meer tactisch spel.