Bron: Spellenlab
Dit doosje heb ik al lang in de winkel zien liggen. Steeds dacht ik dat dit een ander soort “Da Vinci Code” was. De uitleg op de rugzijde van de doos is ontoereikend om precies te achterhalen hoe het speelt.
Uiteindelijk heb ik het doosje toch gekocht. De speelstenen zijn van dezelfde kwaliteit: 5 sets van 6 stenen in 5 verschillende kleuren met telkens de cijfers 1-5 plus een joker.
Een tabel geeft aan hoeveel stenen elke speler bij de start van het spel ontvangt. Bij een eerste partij wordt aangeraden om de 5 jokers in de doos te laten zitten. Als we b.v. met vier aan tafel zitten, neemt elke speler blind 6 stenen zodat er nog eentje overblijft.
Elke speler zet zijn stenen rechtop voor zich neer er voor zorgende dat niemand zijn cijfers kan zien. Hierbij vormt de speler rijen waarin steeds stenen van eenzelfde kleur liggen. De kolommen moeten dan weer uit stenen met hetzelfde cijfer bestaan. De volgorde is onbelangrijk. Je mag dus gerust een groene 4-1-5 naast elkaar plaatsen. Je moet er wel voor zorgen dat elke andere ‘4’ zich netjes in dezelfde kolom bevinden.
Het doel is om de codes bij de medespelers te kraken vooraleer je eigen stenen door de anderen geraden worden.
Bij je beurt moet je steen bij een speler naar keuze aanwijzen en raden welke kleur en welk cijfer de steen bevat. Hier heeft de startspeler dus een nadeel. Heb je het goed geraden dan moet die speler die steen open op tafel draaien. Als die steen b.v. een blauwe ‘2’ is dan weet iedereen hierdoor dat elke andere steen in die rij ook blauw is en dat elke andere steen in die kolom ook een ‘2’ is. Nadat je goed hebt geraden mag je kiezen om vrijwillig te stoppen of om nog eens bij iemand naar keuze verder te raden.
Als je fout hebt geraden dan moet je twee dingen doen. Eerst draai je een eigen steen naar keuze open zodat alle medespelers informatie krijgen over die rij en die kolom. Vervolgens moet je die steen geven aan de speler bij wie je een verkeerde steen hebt geraden. Die moet die open op de juiste plaats in zijn opstelling plaatsen. Iedereen krijgt hierdoor ook weer extra informatie.
Enkel indien je zelf maar één steen meer over hebt, moet je bij foutief raden geen steen opendraaien. Je moet dus echt door de medespelers uitgeschakeld worden.
De winnaar is de speler die als laatste nog één of meer stenen rechtop staan heeft.
Klinkt aantrekkelijk? Goed even uitproberen. Meteen duiken er reeds enkele moeilijkheden op. De stenen zijn niet hoog genoeg om ze zelf goed te kunnen zien. Maar de stenen nemen ook veel te veel plaats in om ze goed en overzichtelijk te kunnen opstellen. Elke speler zou eigenlijk een soort speelbordje moeten hebben met een raster van 5 op 5 vakjes. Maar dan hen je een echt brede tafel nodig zodat de andere spelers niet kunnen spieken. De kleuren onderscheiden zich bij kunstlicht niet goed. Veel testspelers zagen het verschil niet goed tussen zwart en blauw.
Waar de meesten zich erg aan stoorden was het feit dat wie een foute vraag stelt hierdoor de andere speler eveneens in moeilijkheden brengt. Dit komt onnatuurlijk over. Dit stoorde ons enorm.