Bron: Spellenlab
Alle gekleurde neuzen (houten halve bollen) liggen gespreid in een cirkel op tafel.
De houten beer wordt bij één van de neuzen klaargezet.
Die zal straks van neus naar neus springen, nadat er gedobbeld werd.
Elke speler krijgt 6 berenkaarten en houdt deze in zijn handen.
Dobbel en loop met de houten beer het aantal stippen verder langs de neuzen.
Kom je op een neus dat past bij jouw gekleurde berenkaarten? Dan mag je deze berenkaart met de uitsparing over de neus leggen.
Als het kleur niet past, dan kan je niets afleggen en is je beurt voorbij.
De beer mag aan het begin van elke beurt kiezen in welke richting hij stapjes zet. Kies dus goed!
Het houten speelstuk van de feesthoed kan je bij één van de neuzen leggen. Op deze neus mag nu geen berenkaartje afgelegd worden. Kom je toch bij deze neus terecht, dan neem je het feesthoedje en leg je die bij een andere neus. Daarna is je beurt voorbij.
Er is ook een variant met cadeaukaartjes. De basisregels blijven behouden. Elke speler krijgt aan de start van het spel één cadeaukaartje. Die kunnen ze gebruiken om na de beurt van een andere speler ook een berenkaartje af te leggen op de neus waar de beer zojuist geëindigd is. Je legt het cadeaukaartje dan bij deze beer.
Wanneer je later op een neus/berenkaart komt waar al cadeaukaartjes liggen, dan kan je kiezen om alle cadeaukaartjes te nemen OF om een berenkaartje op de neus te leggen.
Tijdens dit spel ervaarden we dat het niet makkelijk is voor jonge kinderen om alle kaartjes vast te houden. Daarom lieten we de kaartjes open op tafel liggen.
Maar spelers die het systeem met het feesthoedje goed begrijpen, kunnen zo wel doelbewust de tegenspelers tegenwerken. Dat mag zeker, maar kan vervelend zijn als we allemaal aan ons laatste kaartje gekomen zijn.
Het formaat en de dikte van de berenkaarten zijn dus niet zo handig te hanteren om gedekt te houden voor de jonge spelers.
De inhoud van dit spel is eenvoudig, koppelen van dezelfde kleuren.
Door de feesthoed en de cadeaukaartjes komt er wel een leuk spelelement in die het wat uitdagender maakt. Ook het kiezen van richting leert de kinderen om te tellen, te vergelijken met hun kaarten en zo de beste beslissing te nemen.