Bron: Spellenlab
In de doos zitten 16 etappe spelborden (telkens 2 exemplaren).
De bestuurder krijgt een uitwisbare stift waarmee hij blind het volledige parcours moet volgen.
De co-piloot mag mondelinge instructies geven en de joystick gebruiken (duim van bestuurder). Als er twee co-piloten zijn, dan geeft de ene mondelinge instructies en gebruikt de andere de joystick.
De stift mag je nooit opheffen, tenzij het parcours dit uitdrukkelijk vereist.
In de competitieve variant wint het snelste team. In de coöperatieve variant (max. 2 of 3 spelers) moet je het parcours binnen een bepaalde tijd afleggen om te winnen (welke tijdsduur, zie laatste bladzijden spelregels).
Ongeluk? Als je over een witte lijn gaat, veroorzaak je een ongeluk. Dan moet de co-piloot de schrijfhand van de bestuurder terugzetten naar het laatste checkpoint (blauwe dwarse lijn).
Speciale wegsituaties?
- Sprongen: In een gele zone moet je de stift optillen en pas terug op het bord zetten in de volgende gele zone (landingszone). Als je erbuiten neerkomt, keer dan terug naar het laatste checkpoint.
- Bruggen: Je mag de grenslijnen van de weg die boven de weg waarop je rijdt, negeren.
- Turbo boost: Als je in een versnelingszone komt, neemt de co-piloot de schrijfhand van de bestuurder om te helpen tekenen. Daarna laat je ze weer los en gaat de race verder.
- Leidingen: Radiocommunicatie wordt even verbroken, enkel de joystick mag nu gebruikt worden.
- Olievlekken: Als je een olievlek raakt, moeten de co-piloten luid "slippen!" roepen en moet de bestuurder 3 donuts (lussen) tekenen voor het volgende chekpoint. De lussen moeten groot genoeg zijn en mogen elkaar niet overlappen. Als je tijdens het tekenen van de lussen over een witte lijn gaat, is dit een ongeluk en moet je terug naar het laatste checkpoint.
Na enkele keren spelen kan je 'autokaarten' toevoegen aan het spel. Het ene team kiest de etappe, het andere team kiest als eerste een autokaart. Elke autokaart geeft de spelers een uniek voordeel. Alle regels staan op de achterkant van de autokaart.
Plezier staat centraal tijdens het spelen van dit spel. Zowel bestuurder als copiloot moeten hun impulsen controleren. Als copiloot is het belangrijk om via de joystick of mondeling goede instructies geven, als bestuurder moet je beide goed verwerken om daarna met je stift deze gecontroleerd op te volgen. Wie kan het best zijn kalmte bewaren en snel en efficiënt het parcours tot een goed einde brengen? Enige fijnmotorische vaardigheden zijn hierbij noodzakelijk.