Bron: Spellenlab
De titel kon niet beter gekozen worden (appels met appels vergelijken). 321 kaarten bevatten zelfstandige naamwoorden, eigennamen, voorwerpen, gebeurtenissen en nog van dat fraais. Daarnaast zijn er 107 groene kaarten die eerder eigenschappen bevatten (zowel positieve als negatieve).
Elke ronde krijgt elke speler 7 rode kaarten van de leider van het moment. Iedereen bekijkt zijn 7 kaarten aandachtig. De leider draait vervolgens een groene kaart om, leest heel duidelijk wat erop gedrukt staat en legt de kaart open op tafel. Elke andere speler (de leider doet bij zijn eigen beurt niet mee) probeert nu zo vlug mogelijk één of twee rode kaarten uit zijn hand te kiezen die volgens de speler het best overeenkomen met de eigenschap op de groene kaart.
Een voorbeeldje: de groene kaart geeft de eigenschap ‘gemeen’. Speler A kiest uit zijn rode kaarten de woorden ‘cactus’ en ‘politie’. Speler B kiest ‘geesten’. Speler C selecteerde ‘aardbeving’ en ‘atoombom’ en speler D kiest tenslotte ‘leerkracht’ en ‘de Ku Klux Klan’. Deze rode kaarten worden verdekt op tafel geplaatst en liefst zo vlug mogelijk, want bij vier speler worden enkel de 4 eerst gespeelde kaarten aanvaard. Alle kaarten na de vierde kaart worden niet aanvaard door de leider van het moment. Lekker chaotisch dus.
Wat gebeurt er nu? Wel, nu komt het leukste van het spel. De leider neemt de vier eerst gespeelde kaarten, mengt die goed verdekt door elkaar en bekijkt rustig wat hem werd aangeboden. Hij kiest in alle eerlijkheid die kaart uit die volgens hem het best met de eigenschap op de groene kaart overeenkomt. Alhoewel eerlijk... Niets belet de spelers om de leider te overtuigen dat die of die kaart toch wel veel beter overeenkomt met de eigenschap. Na wat over en weer gepraat kiest de leider uiteindelijk toch wat hem het best lijkt. Die speler krijgt de groene kaart en scoort daarmee zijn eerste groene appel.
De leider geeft elke speler opnieuw genoeg kaarten zodat iedereen er weer 7 bezit. De speler links van de leider wordt de nieuwe leider en een nieuwe ronde start.
Het spel eindigt nadat een speler een welbepaald aantal groene appels kon verzamelen (dit aantal hangt af van het aantal deelnemers).
Het leukste van het spel is de discussiefase waarin de leider een kaart moet kiezen. Stel dat je als speler met het grootst aantal tot dan verzamelde groene kaarten een schitterende kaart kon spelen. Zal je dan duidelijk maken dat dit je kaart is? Of laat je het aan de anderen om de leider te beïnvloeden? Want als de leider merkt dat die kaart van jouw is, kan hij wel eens beslissen om een andere kaart als winnaar van de ronde uit te kiezen.
Het knappe van het spel is dat iedereen wel ergens tussen zijn rode kaarten iets zitten heeft dat bij de groene eigenschap past. Desnoods breng je extra argumenten aan zodat de anderen dit ook inzien...
Apples to Apples is een schitterend spel voor groepen. Het speelt vlug, leuk en zorgt voor heel wat hilariteit. Het leert heel vlot aan. Meestal kan je binnen de vijf minuten reeds de eerste groene appel als scorepunt uitdelen. De factor tijd moet heel goed in de gaten gehouden worden. Laat de spelers eerst even de tijd om hun 7 kaarten te bestuderen en speel dan pas de groene eigenschap-kaart uit.
Het beoordelen verloopt heel subjectief. Daar moet je als speler heel bewust rekening mee houden. Je mag volgens ons niet zo vrij zijn als je met kinderen speelt. Die kunnen dit nog niet genoeg relativeren. Wie zijn publiek goed kent, moet daar handig op inspelen. Als je een kaart bezit die goed bij de interessesfeer van de leider past, moet je die beslist spelen.
Als leerkracht bekijk ik dit spel vanzelfsprekend nog anders: het kan perfect in het moderne taalonderwijs ingeschakeld worden. Denk maar aan kritisch leren denken, logische argumenten leren aanbrengen en vanzelfsprekend de ruimere betekenis van alle woorden en begrippen op de kaarten begrijpen en kunnen toepassen.
In de USA bestaat het spel reeds langer. In België bracht Tactic in 2001 een Franstalige editie uit onder de naam ‘Concordances’.