Bron: Spellenlab
Een groot houten speelbord toont 9 illustraties uit de wereld van de tovenaar en de heks. Deze 9 tekeningen komen elk nog eens op 4 aparte houten plankjes voor.
Het grote speelbord wordt centraal op tafel geplaatst. Daar omheen worden de 36 kleine plankjes verdekt klaargelegd.
Elke speler neemt eerst één plankje en legt dit open voor zich neer. Vervolgens probeert iedereen om de beurt een plankje te nemen uit de verdekte voorraad dat horizontaal of verticaal grenst aan zijn eerder verworven plankjes. De speler vergelijkt dus het genomen plankje met het centrale speelbord. Sluit de genomen figuur niet aan dan wordt deze verdekt terug geplaatst.
Zodra iemand het negende en dus laatste plankje van zijn verzameling vindt, eindigt het spel en wint deze speler.
In een tweede variant neemt elke speler een plankje en legt dit op de juiste plaats op het centrale speelbord. Indien de tekening er al echter ligt, moet het plankje terug verdekt op tafel geplaatst worden.
Kan een speler op deze manier een horizontale of verticale rij van drie plankjes vormen, dan neemt hij ze alle drie weg en legt ze voor zich neer.
Zodra geen enkele rij meer kan gevormd worden, eindigt het spel. De speler die de meeste plankjes kon verzamelen, wint het spel.
De eerste variant oefent het ruimtelijk inzicht. Het is niet zo makkelijk voor jonge kleuters om de positie van een getrokken illustratie te vegelijken met andere reeds openliggende illustraties. Het belangrijkste spelmechanisme blijft vanzelfsprekend het geheugenwerk, maar deze positie-variante geeft het spel duidelijk een meerwaarde.
Het materiaal is voortreffelijk en moet niet onderdoen voor de bekende Haba-kwaliteit.