Bron: Spellenlab
In deze variant worden breuken en decimale getallen geïntroduceerd. Elk van de vier getallen moet precies één keer gebruikt worden in een bewerking naar keuze om als doelgetal 24 te bekomen.
Voorbeeld 1: “1/2; 1; 6; 3”
Ik gebruik de drie-stappen-methode om een oplossing te vinden (deze methode is heel interessant om het spelmechanisme aan te leren).
a) 1 : (1/2) = 2
b) 2 + 6 = 8
c) 8 x 3 = 24
Voorbeeld 2: “0,5; 1; 5; 10”
a) 10 x 0,5 = 5
b) 5 x 5 = 25
c) 25 – 1 = 24
Als leerkracht kan je ook eisen dat je leerlingen de gevonden bewerking in één regel moeten schrijven met respect van haakjes waar nodig. Zo moeten b.v. de vorige twee opdrachten geschreven worden als:
1) (1 : 1/2+6) x 3 = 24
2) 10 x 0,5 x 5 – 1 = 24
Tijdens het spel overwinnen leerlingen hun angst (afkeer?) van breuken en decimale getallen omdat ze b.v. leren inzien dat het getal “1/3” zowel delen door 3 als vermenigvuldigen met 3 kan betekenen al naar gelang de breuk voorafgegaan wordt door een vermenigvuldiging of deling.
De 96 dubbelzijdige opdrachtkaarten bevatten 192 oefeningen in drie stijgende moeilijkheidsgraden. Op www.24game.com kan je als leerkracht nog veel meer informatie vinden.