Bron: Spellenlab
Elke speler krijgt een mooie houten honingpot en zet die in een hoek van het speelbord. Nu kiest iedereen een eigen kleur door reeds één honingschijfje in zijn honingpot te leggen. Wie als eerste er in slaagt om vijf fiches van dezelfde kleur te verzamelen, zal het spel winnen.
Om beurten dobbelen de spelers en verplaatsen ze een grote Winnie the Pooh speelfiguur over het parcours dat op het speelbord getekend staat. Het vakje waar de figuur eindigt, bepaalt wat er gebeurt. Bij twee van de vijf soorten vakjes kan je een honingschijfje proberen te bemachtigen. Je draait een willekeurig schijfje om dat verdekt in het midden ligt. Komt de kleur overeen met die van je eigen honingpot dan mag je dit schijfje in je honingpot leggen. Komt de kleur niet overeen dan wordt het schijfje terug omgedraaid. De andere spelers proberen nu te onthouden waar welk kleurtje ligt. Eindigt de grote figuur op Teigetje dan verlies een schijfje uit je eigen honingpot. Kom je op Iejoor dan moet je balken als een ezel. En kom je op het vak van Knorretje dan mag je je eigen honingpot omruilen tegen die van een willekeurige andere speler (vanzelfsprekend iemand die reeds meer schijfjes verzameld heeft). Dat lijkt interessant, maar nu moet je ook een ander kleur onthouden.
Zo spelen de kinderen om beurt verder: dobbelen, eventueel schijfje omdraaien en verzamelen, honingpot ruilen, schijfje verliezen of balken als een ezel.
Je begrijpt dat dit spelconcept niet echt nieuw overkomt. Het speelmateriaal is groot en mooi. Maar doordat de potten heel groot zijn, belemmeren ze soms het zicht op het parcours. De doos is eigenlijk ook te groot. Ravensburger heeft duidelijk geprobeerd om een aantrekkelijk spel te ontwerpen voor kinderen vanaf 4 jaar door gebruik te maken van groot houten spelmateriaal en een bekend thema. Echt geslaagd kunnen we het niet noemen, wel een verdienstelijke poging.