Bron: Spellenlab
Dit spel wordt gespeeld met één kind en een oudere/volwassene vlak voor het slapen gaan.
Je legt het matrasje klaar en kiest voor de jongen of het meisje. Die leg je met de ogen open op het bed. Het andere kaartje met kindje speelt dan even niet mee.
Alle andere kaarten worden geschud en gedekt op één stapel bij de jonge speler gelegd. Eén voor één worden ze omgedraaid door de speler. Elke kaart geeft aan waar hij een kusje zal krijgen, of het een speciale kus is (neuze-neuze, met wimpers tegen wang), hoeveel liedjes er gezongen zullen worden, waar hij een aaitje krijgt,...
Tussen de kaartjes zitten ook de kussen, beer en het deken van het kindje op de matras. Als die voorbij komen, worden die bij het kindje gelegd. De kussen onder het hoofd, de beer naast het kindje en het lakentje erbovenop.
Tussen de kaartjes zitten ook zonnetjes: één, twee of drie zonnetjes geven het aantal kaarten aan dat de speler opnieuw verliest. Die worden weggelegd, samen met de kaart met de zonnetjes. Zo vermindert de kaartenstapel.
Als het kindje op de matras zijn laatste attribuut (kussen, beer of deken) gekregen heeft, dan is het spel afgelopen.
Dan worden alle gewonnen kaarten door de begeleider/volwassene uitgevoerd bij de speler. Dit is een heel leuk moment samen met je peuter/kleuter.
Als de kleuter ook zelf zoentjes wil geven of een liedje wil zingen, houdt niets je tegen om die spelregel natuurlijk aan te passen!
En daarna is het bedtijd! Ook het kindje op het bedje kan je nu omdraaien, met de oogjes dicht.