Bron: Spellenlab
Honeybears is een pittig klein spel van de grootmeester, Reiner Knizia. Het gaat over vier haastige beren die hun honingpotten al morsend zo vlug mogelijk naar hun grot proberen te brengen. De score die elke speler behaalt, hangt af van de plaats waar de beren staan zodra een beer aankomt. Het traject onderweg is verdeeld in een vijftal zones (van -1 tot 3 punten, verdeeld over 13 vakken). Hoe dichter een beer het doel nadert, hoe meer je overblijvende handkaarten van die beer waard zijn.
Vier houten beren in vier verschillende kleuren worden op het startvak geplaatst. Vijf sets kaarten staan ter beschikking. Elke set (voor de vier kleuren + een jokerkleur) bevat 6 kaarten met een ‘1’ en vijf kaarten met een ‘2’. Deze kaarten bepalen welke beer (kleur bekijken) 1 of 2 stappen vooruit gaat. Bij een jokerkaart beslist de speler welke beer hij zal verplaatsen.
Om het spel te beginnen, worden alle kaarten goed door elkaar gemengd en krijgt elk er een aantal (hangt af van aantal deelnemers). Wie aan de beurt komt, speelt een handkaart uit en verplaatst de beer in die kleur 1 of 2 velden vooruit. Bij een jokerkaart mag je kiezen welke beer je zal verplaatsen. Je moet steeds een kaart spelen, je mag niet passen. De eerste ronde eindigt zodra een beer, maakt niet uit welke, het laatste vak (het hol) bereikt.
De score voor elke speler wordt nu bepaald door hun resterende handkaarten!
Elke speler vergelijkt zijn handkaarten met de plaats van elke beer op het traject. Hoe meer kaarten je overhoudt van beren die reeds ver opgeschoven zijn, hoe meer punten je zal verdienen. Bovendien zijn sommige kaarten, of duo’s ervan, veel meer punten waard.
Dit scoren wordt als volgt bepaald:
- Wie de ronde doet eindigen, krijgt 6 bonuspunten.
- Elke kaart ‘2’ scoort het dubbel van de plaats van die beer op het speelbord.
- Elk paar kaarten ‘1’ scoort vijf keer de plaatst van die beer op het traject.
- Elke afzonderlijke kaart ‘1’ scoort de waarde van die beer op het traject.
- Jokerkaarten scoren helaas niets.
Er worden evenveel ronden gespeeld als deelnemende spelers. Wie dan de meeste punten scoort, wint dit spel.
Reiner Knizia maakt het zijn speler nooit makkelijk. Hier moet je kaarten uitspelen om bepaalde beren op een zo goed mogelijke plaats te krijgen. Maar je moet op het einde van een ronde ook nog goede kaarten overhouden om punten te scoren. Hierdoor wordt een spel, dat door zijn vormgeving eerder een kinderspel lijkt, toch aantrekkelijk voor volwassenen. Het spelverloop blijft boeiend omdat de speler, die een beer laat toekomen, niet noodzakelijk het spel zal winnen. Het feit dat je ook steeds een kaart moet spelen, doet je kiezen. Speel ik die kaart of probeer ik die te bewaren? De geluksfactor bij het uitdelen van de kaarten, wordt verzacht door het feit dat je dit spel een aantal ronden moet spelen.