Bron: Spellenlab
Mimiq bestaat uit 33 kaarten met telkens een gezichtsuitdrukking. Per gezichtsuitdrukking zijn er 3 kaarten.
Bij het begin van het spel krijgt iedere speler 3 kaarten. De andere kaarten liggen gedekt op een stapel zodat iedereen gemakkelijk een kaart kan nemen.
Spelverloop:
De speler aan zet ‘vraagt’ aan een tegenspeler een kaart die overeenkomt met een kaart in zijn hand. De speler doet dit door de naam van de tegenspeler te zeggen EN de gezichtsuitdrukking, overeenkomstig met deze op de kaart, na te doen (vb: tong op neus).
Heeft de tegenspeler 1 of 2 gevraagde kaarten dan geeft hij die aan de speler aan zet. Heeft hij geen van de gevraagde kaarten, dan ‘antwoordt’ hij door zijn tong uit te steken. Dit betekent: “ik heb geen kaart die je nodig hebt”.
Wanneer een speler een SET van 3 dezelfde kaarten heeft, legt hij deze gedekt voor zich neer. Dit zijn ‘troefkaarten’ en leveren aan het eind van het spel punten op.
De speler eindigt zijn beurt door een kaart van de stapel te nemen. Als alle kaarten op zijn, trekt de speler een kaart bij een medespeler.
Nu is de volgende speler aan beurt.
Mocht de speler aan zet geen kaarten in zijn hand hebben wanneer hij zijn beurt begint, dan trekt hij een kaart van de stapel (of bij een medespeler).
Einde van het spel:
Wanneer alle kaarten gespeeld zijn, stopt het spel.
De speler met de meeste troefkaarten wint het spel.
Conclusie:
Mimiq is een eenvoudig en leuk spel dat nadruk legt op het gebruiken van mimiek.
De tekeningen zijn duidelijk en goed na te bootsen, al is het voor kinderen vanaf 4 jaar toch nog wat moeilijk.
Heel leuk wordt het wanneer de medespeler wat meer verduidelijking vraagt… je probeert alsnog de juiste mimiek na te doen en dan zie je een uitgestoken tong… Hilariteit verzekerd.
Het spel is reeds goed te spelen met kleuters, en kan zeker zijn nut bewijzen in de kleuterklas. Misschien is het hier wel aan te raden om de moeilijkste kaarten nog even uit het spel te halen.
Tevens is het een aanrader bij het leren herkennen, en gebruiken van gezichtsuitdrukkingen. Hierdoor kan het een goed hulpmiddel zijn als je bij kinderen met een ‘autisme spectrumstoornis’ werkt.
Tip: Hou een spiegel bij de hand zodat de spelers eerst eens hun gezichtsuitdrukking kunnen oefenen alvorens ze hun ‘vraag’ stellen.