Kunterbunt 2001

Op alle 28 kaarten in dit kaartspel staat een drukletter. De twee kaarten met dezelfde drukletter vormen een paar. Op een van beide kaarten staan steeds 8 motieven (kleine duidelijke tekeningen van voorwerpen uit de leefwereld van een kind), de andere kaart toont 7 andere tekeningen. De motieven zijn bij elk duo anders geschikt en zijn verschillend ingekleurd.
Alle spelers proberen zoveel mogelijk kaartenparen te verzamelen.
Bij het begin van het spel worden de kaarten per letter gesorteerd en in gescheiden stapels omgekeerd klaargelegd. Een willekeurig paar kaarten komt nu open in het midden van de tafel. Daarna wordt een tweede paar omgedraaid en met een kleine tussenafstand naast het andere paar gelegd. Alle spelers proberen nu gelijktijdig te zien welk motief op beide kaartenparen precies in dezelfde kleuren gedrukt staat. Heeft een speler dat paar ontdekt, benoemt hij luidop dat voorwerp. Is zijn antwoord correct, dan mag die speler de beide kaarten van een paar naar keuze wegnemen en voor zich neerleggen. Bij een foute combinatie mag hij niet meer aan de lopende ronde verder deelnemen. Na elk goed antwoord wordt een nieuw paar kaarten op tafel gelegd. Wie na het volledige spel (= 13 ronden) de meeste kaartenparen kon verzamelen, is de winnaar.
Dat het niet eenvoudig is om snel te achterhalen welk van de 15 tekeningen het juiste antwoord is, kun je wellicht wel vermoeden. Je moet je enorm goed concentreren. Wie echter systematisch motief per motief vergelijkt, zal merken dat hij vaak te laat komt. Spelers die eerder intuïtief zoeken, maken blijkbaar meer kans om vlugger het juiste motief te vinden. Kunterbunt speelt heel vlot, laat zich snel uitleggen en vormt een knap tussendoortje of opwarmertje. Wie op zoek is naar een origineel concentratiespel, heeft met dit - zeer goedkope - spel een prima keuze gemaakt.