Bron: Spellenlab
Het kwartetspel geeft kinderen op een speelse manier en in een veilige omgeving de gelegenheid om te praten over sterven, de dood, begraven, cremeren en rouw. Zo kunnen ze zich een beetje voorbereiden op het verlies en de uitvaart van een dierbare. Ze leren door het spel te spelen in grote lijnen wat er gaat komen. De eigen, persoonlijke werkelijkheid zal uiteraard altijd anders zijn dan het spel.
Wanneer speel je het spel?
Vragen die beantwoord kunnen worden aan de hand van het spel zijn:
• Hoe leg ik mijn kind uit dat papa of mama, opa of oma ziek is en dood gaat?
• Waar of waaraan kan iemand sterven?
• Op welke plekken kan je afscheid nemen van de persoon die is overleden?
• Wat leg ik uit over doodgaan?
• Hoe vertel ik mijn kind hoe een dood lichaam eruit ziet?
• Wat kan een kind verwachten van een uitvaart?
• Wat komt er allemaal bij kijken als ik een uitvaart moet regelen, welke kist, welke bloemen of welk drukwerk, welk vervoer?
• Wat komt er bij kijken als iemand begraven of gecremeerd wordt?
• Hoe gaat het er aan toe op een begraafplaats, wat is er te zien op een begraafplaats?
• Hoe werkt een crematorium en hoe ziet een oven eruit?
• Als de persoon begraven of gecremeerd is, hoe zit het met een grafmonument, een urn, of andere asbestemmingen?
• Hoe gaat het in de periode na het overlijden? Welke emoties kun je tegenkomen? Welke symbolen en rituelen kunnen helpen om het verlies dragelijk te maken?
Aantal spelers en minimum leeftijd
Het kwartetspel wordt gespeeld met minimaal twee en maximaal zes deelnemers. Er is geen minimumleeftijd om het spel te spelen. Gezien de emoties die het spel op kan roepen is de aanwezigheid van een volwassene bij het spelen van het spel
wenselijk. Dit geldt in ieder geval als er kinderen meedoen die jonger dan zes jaar zijn.
Je kunt het spel spelen met alle 108 kaarten, minder mag ook. Het minimum aantal kwartetten waarmee je gaat spelen is negen (36 kaarten). Je kunt bijvoorbeeld alle kaarten van de eerste groep gebruiken, je kunt ook van elke groep 3 kwartetten pakken.
Afhankelijk van de situatie bepaal je welke kwartetten je gebruikt. De ervaring leert dat de kinderen het kwartetspel in het algemeen snel en gemakkelijk spelen. Ze halen er vanzelf datgene uit wat ze nodig hebben.
Voorbeeld:
Een gezin met vader, moeder, en 3 kinderen van 10, 8 en 6 jaar. Moeder is ernstig ziek, en zal binnenkort overlijden.
Om de kinderen voor te bereiden op de uitvaart, spelen zij met de 9 kwartetten van de groep ‘Voor de uitvaart’.
Als het gezin de uitvaart gaat regelen zijn de kaarten van de tweede groep ‘Tijdens de uitvaart’ het meest geschikt.
Heeft het gezin besloten om moeder te begraven, dan is een spel met alle kwartetten rondom ‘Begraven’ (aangevuld met andere kwartetten) de meest logische keus.
De spelen ‘Rituelen en symbolen’ uit de groep ‘Na de uitvaart’, zijn geschikt als de kinderen ideeën hebben als:
• “Dan word je een ster!”
• “Mama wordt een vlinder!”
• “Je gaat eerst achter de steen en dan ga je naar de wolken!”
Voorbeelden van gebruik
Het spel kan op verschillende manieren worden gespeeld. Hieronder enkele voorbeelden hoe het spel kan worden gebruikt:
• Hulpverleners zoals maatschappelijk werkers, therapeuten, psychologen, (ortho)pedagogen, verpleegkundigen en thuiszorgpersoneel kunnen met het spel gedachten, belevingen en gevoelens bespreekbaar maken.
• Uitvaartondernemers en ritueelbegeleiders kunnen met het spel kinderen betrekken bij de voorbereidingen op een uitvaart.
• Leerkrachten/docenten kunnen thema’s rondom de dood en een uitvaart bespreekbaar maken en zien en horen wat er leeft bij de leerlingen.