Bron: Spellenlab
In opdracht van je museum zoek je op verschillende plaatsen op deze bol naar waardevolle artefacten. Die heb je immers nodig om tentoonstellingen in te richten.
Elke ronde krijgen de spelers een bepaald basisinkomen. Dat inkomen verlaagt ronde na ronde, maar verhoogt dan weer door je eerder gerealiseerde tentoonstellingen.
Vervolgens kan je twee acties kiezen of passen. Het doel is geld verdienen door tentoonstellingen. Maar daar heb je artefacten voor nodig. Of liever een combinatie van welbepaalde dingen (b.v. vier kaarten uit dezelfde regio of drie kaarten van een welbepaalde soort). Maar om die artefacten te bemachtigen moet je in die regio eerst een soort basiskamp oprichten om er vervolgens extra arbeiders heen te sturen (die telkens weer een extra kaartje van die regio omdraaien). Dan heb je ze nog niet. Want pas als je een boot inzet kan je evenveel kaarten uit een regio bemachtigen als je daar reeds geplaatste arbeiderswoningen (wij hadden liever over tenten gesproken, wie bouwt er nu een arbeiderswoning op een site?). En als je dan beschikt over een museumspeelstuk kan je kaarten combineren tot een tentoonstelling, hopend dat een andere speler niet eerder dezelfde combinatie aan het sparen was. Die arbeiders, boten, museumspeelstukken moet je verwerven. Daar moet je dus ook je acties aan besteden.
Kortom: je moet van alles in een welbepaalde volgorde doen om te kunnen doen wat je misschien van plan was te doen. Het spelsysteem werkt. Dat wel. Maar het spel bekoort helemaal niet. Het is als het plannen van een stevige vrijpartij met een uitgebreide handleiding voor elke deelnemer. Waar is de fun?
Onze testgroep krijgt het stilletjes aan op zijn heupen van al die "optimalisatie" en "worker placement games". Willen uitgevers a.u.b. even nadenken over de grens tussen een spel en een intellectuele uitdaging? Dank je wel.