Bron: Spellenlab
Vier eendjes in 4 verschillende kleuren. De eendjes worden in een kring gezet (met redelijk wat plaats tussen het laatste en het eerste eendje). Mama eend (geel) zwemt op kop, daarna het rode, groene en blauwe eendje. In het midden van de kring worden de ronde fiches verdekt gelegd. Op elk kaartje staan een eendje in een bepaalde kleur. De spelers zoeken nu telkens de kleur van het eendje dat het laatste in de rij zwemt. Kunnen ze dit kaartje vinden, dan mag het laatste eendje nu vooraan de rij zwemmen. Zo gaat het steeds door tot alle kaartjes gevonden zijn. Op zich is dit een eenvoudig systeem. Door het gebruik van eendjes die de kleuters/peuters kunnen vastnemen, wordt het eenvoudige geheugenspel toch een uitdaging. Het is leuk om de eendjes te mogen verplaatsen. Er werd voor de hoofdkleuren + groen gekozen, wat het voor de jongste kinderen snel haalbaar maken om de kleuren niet alleen te vergelijken, maar ook te benoemen.
Tips van de contactscholen:
- In de derde kleuterklas kunnen de kleuters dit spel al alleen spelen.
Het spel is eenvoudiger dan memory, omdat er telkens maar 1 kaart mag omgedraaid worden.
- Om het spel aan te leren, kun je ervoor kiezen om de kinderen 3 kaartjes te laten omdraaien (tot ze het juiste kleur vinden). Zo mag bijna iedereen eens een eendje verplaatsen.
- aantrekkelijk materiaal
- Er komen veel begrippen aan bod: bv. de kleuren, eerste, laatste, grootste, vooraan, achteraan...