Bron: Spellenlab
15 van de 16 kaarten tonen op beide zijden een van de vijf dieren in het spel: hond, kat, varken, ezel of kip. Daardoor komt elk dier zes keer voor, soms op de witte, soms op de zwarte zijde van de kaarten. De 16de kaart is een soort dubbelzijdige actiekaart.
Bij de start van het spel worden alle kaarten met de witte of zwarte zijde bovenaan in een raster van 4x4 op tafel geplaatst. Elke speler krijgt een geheime opdrachtkaart. Deze toont het dier waarnaar de speler moet zoeken. Er zijn 15 opdrachtkaarten, drie per dier.
Wie aan de beurt komt moet ofwel een dierenkaart omdraaien ofwel de actiekaart gebruiken.
Het doel is om als eerste vijf open kaarten met de diersoort van je handkaart te vinden. Elke speler probeert dus te onthouden wat er op de rugzijde van elke kaart getekend staat. Wordt er een kaart omgedraaid waardoor er van een bepaald dier 5 (of 6) kaarten openliggen, dan moet(en) de speler(s) die deze opdrachtkaart in de hand hebben zo vlug mogelijk "Bim Bamm!" roepen.
De vlugste speler legt deze opdrachtkaart als trofee voor zich op tafel. Wie een fout maakt, moet een trofee terug in de doos leggen. Vervolgens moet de winnaar twee van de vijf open kaarten terug omdraaien. Daardoor kunnen echter weer Bim Bamm situaties ontstaan!
Kiest de actieve speler voor de actiekaart dan voert hij de actie bovenop de kaart uit en draait die vervolgens om. De speler verwisselt ofwel zijn opdrachtkaart met een nieuwe van de voorraadstapel. Of de speler verwisselt zijn opdrachtkaart met die van een speler naar keuze.
Wie als eerste drie opdrachtkaarten mag afleggen, wint het spel.
Bim Bamm is terecht "Nominiert für das 'Kinderspiel des Jahres'". Heel mooi getekende kaarten, heel eenvoudig spelconcept en toch weer een vernieuwend geheugenspel. De keuze om een andere actiekaart te willen, is heel knap gevonden en voegt een vleugje bluffactor bij. Knap geheugenspel (minder voor 50-plussers...).