Bron: Spellenlab
De doos bevat allerlei materiaal rond de paardenstal: er zijn 4 kaartjes waarop rijtoebehoren te zien zijn, 4 kaartjes met paardenvoeding, en er zijn 4 kaartjes met rijstijlen. In de doos vind je ook 4 houten dieren (een bruin, een zwart en en wit paard en een grijze ezel) en een speciale kleurendobbelsteen (met wit, zwart, bruin en grijs).
In het spelregelboekje zijn een aantal basisideeën opgenomen:
1 Kaartjes en dieren laten benoemen en beschrijven: wat is het? Waarvoor wordt het gebruikt? Welke kleur heeft het?
Kinderen kunnen reeds zinnen verzinnen waarin één of meerdere woorden van de kaartjes in voor komen.
2 Uitzoeken: Sorteren van de kaarten en voorwerpen: zoek een dier, zoek voedsel,...
3 Een actiespel: Een tekst (enkele voorbeelden in het spelregelboekje) wordt voorgelezen. Wanneer de kinderen één van de woorden hoort die op een kaartje te zien is, of die voorgesteld wordt door een houten speelstuk, nemen ze zo snel mogelijk het kaartje of het speelstuk in handen. Wie op het einde de meeste kaartjes of voertuigen voor zich liggen heeft, is de winnaar.
4 Een memoryspel: Hiervoor moeten de kinderen de kaarten en de houten speelstukken reeds kennen. Zes kaarten en/ of dieren worden op de tafel gelegd. De rest verdwijnt de doos. Er wordt een tekst voorgelezen. Wordt een voorwerp genoemd dat op de tafel ligt, dan gebeurt er niets. Wordt er een voorwerp genoemd dat niet op tafel ligt, roept één van de spelers zo snel mogelijk het begrip. Als beloning krijgt de speler het kaartje. Ligt het genoemde begrip al bij een andere speler, dan roepen de spelers 'Het is al weg!' en krijgt hij als beloning een kaart naar keuze van op de tafel.
Wanneer alle kaartjes van op de tafel en in de doos verdeeld zijn, tellen de spelers hun verdiende kaartjes. Wie de meeste kaartjes heeft, wint dit spel.
Verdere spelideeën:
1 Een coöperatief dobbelspel voor 1 tot 4 kinderen:
De paarden lachen met de ezel omdat hij zo traag is. Daarom houdt de ezel een wedstrijd.
De 12 kaarten liggen verdekt in een lange rij op de tafel. Deze kaartjes vormen nu een weg. De ezel en de drie paarden worden aan het begin van de weg geplaatst.
Spelers dobbelen elk om beurt met de kleurendobbelsteen. Bij grijs, wordt de ezel vooruit geplaatst. Bij het dobbelen van wit, zwart, of bruin wordt het juiste paard naar voren gezet. Bij het dobbelen van een vraagteken wordt een paard naar keuze een plekje verder gezet.
De spelers hebben samen gewonnen wanneer de ezel als eerste over de meet komt. Wanneer een paard als eerst de finish bereikt, zijn de spelers samen verloren.
2 Wat kan je ermee doen?
Alle kaartjes worden open op de tafel gelegd.
De eerste speler neemt een kaartje in gedachten. Hij vertelt wat er met dit materiaal gedaan kan worden. De andere spelers raden over welke afbeelding het hier gaat.
Een groot aanbod aan activiteiten dus, die de woordenschat omtrent 'de paardenstal' uitbreiden.