Bron: Spellenlab
In 1994 verscheen de eerste editie van dit veroveringsspel. Op de beurs Essen 2007 zagen we dit spel terug opduiken in een derde editie.
Wat het meest opvalt is de grootte van de doos. Waar de eerste editie verpakt zat in een erg ruime doos, heeft men nu voor een klein doosje gekozen. Niet erg. Want naast het kleine opvouwbare speelbord bevat het spel slechts 110 kaarten, twee pionnen en 36 kleine houten blokjes in 6 kleuren.
Condottiere is een veroveringsspel waarbij elke speler probeert om 5 of 6 willekeurige regio’s of 3 of 4 aangrenzende regio’s te bezetten.
Het speelbord toont een oude kaart van Italië verdeeld in 17 regio’s. Elke speler krijgt 10 kaarten en de Condottiere wordt in een willekeurige regio geplaatst. Om deze regio start nu het gevecht. Ongeveer de helft van de kaarten zijn (zwarte) soldatenkaarten waarmee elke speler probeert een zo groot mogelijke legermacht te sturen naar die regio. Wie aan de beurt komt speelt een legerkaart open uit of past. Wie aan de beurt komt, moet niet noodzakelijk meer bieden als het hoogste bod tot dusver. Wil je participeren aan de strijd moet je gewoon zorgen in de ronde te blijven door steeds opnieuw een kaart open op tafel te plaatsen. Zodra je één keer past, neem je niet verder meer deel aan het huidige gevecht. Als iedereen past, eindigt de ronde en wordt het gebied veroverd door de speler met de grootste troepenmacht. Deze speler plaatst er een gekleurd blokje en bepaalt nu waar de Condottiere naar toe trekt om er een volgend gevecht te starten.
Wat ik daarnet beschreef was het relaas van een wel erg heel braaf gevecht. In werkelijkheid wordt een gevecht bepaald door heel wat andere factoren door het uitspelen van heel bijzondere (gemene) kaarten.
Zo reduceert de winterkaart bij alle spelers elke zwarte soldatenkaart tot 1p (i.p.v. de waarde 1-10p). De tamboer verdubbelt de waarde van je eigen soldaten. Met een vogelverschrikker kan je een eigen soldatenkaart terug in de hand nemen. De (rode) Heldin is steeds 10p waard, ook tijdens de winter. De kaart “overgave” beëindigt het lopende gevecht meteen waardoor de regio naar de speler gaat die op dat ogenblik de grootste troepenmacht op tafel liggen heeft. Door de Bisschop verdwijnen alle soldatenkaarten met de hoogste waarde uit het spel. Bovendien mag de speler de pion Bisschop plaatsen in een regio naar keuze die nu niet meer kan aangevallen worden (ideaal als dat een regio is die je zelf reeds controleert).
Deze kaarten brengen heel wat animo in het spel. Spelers die b.v. zwaar ingezet hebben met zwarte soldatenkaarten met een hoge waarde, zien deze kaarten door het uitspelen van een winterkaart plots gereduceerd tot slechts 1p per kaart terwijl de speler met de Heldin met 1 kaart wel over 10p beschikt. Iemand kan bluffen door met een vogelverschrikker een eigen 10p soldaat terug te nemen om daarmee de indruk te geven niet meer aan het gevecht te willen deelnemen. Maar zolang iemand een kaart uitspeelt, blijft hij wel degelijk in het spel. Als alle andere spelers vervolgens passen, kan de speler die daarnet zijn zware soldatenkaarten aan het recupereren was beslissen om die toch weer in te zetten. De overgavekaart kan op het juiste moment een goedkope overwinning opleveren. Stel dat je een gevecht begint met een soldatenkaart van 4p en alle volgende spelers spelen niet hoger (of passen). Dan bezorgt die overgave je de overwinning doordat je op dat moment de grootste troepenmacht liggen hebt. Soms gebeurt het dat een speler die overgave inzet en daarmee een andere speler de regio cadeau geeft om te vermijden dat iemand anders een heel belangrijke (aangrenzende) regio dreigt te winnen. Een tamboer verdubbelt plotseling de waarde van je eigen troepen. Uitspelen op het juiste moment kan heel veel deugd doen.
Een regio die reeds door een speler veroverd werd, kan opnieuw aangevallen worden. Dat spreekt voor zich. Maar dan krijgt de speler die deze aangevallen regio bezit het recht om even te wachten met het uitspelen (verdedigen) van kaarten. Hij kan gewoon bij zijn beurt zeggen “ik wacht nog even” om op die manier de andere spelers te forceren om steeds maar verder kaarten uit te spelen of te passen. Maar eenmaal de verdediger zijn eerste kaart uitspeelt, moet hij blijven kaarten uitspelen of passen.
De eerste editie van Condottiere was reeds heel goed. In deze editie zitten enkele nieuwe kaarten. Nu is er ook een lentekaart. Die heft de werking van de winterkaart op en verhoogt de hoogste soldatenkaart bij elke speler met 3p. Vanzelfsprekend heft de winterkaart ook het effect van de lentekaart op. Een heel nieuw karakter wordt toegevoegd: de courtisane. Zij is steeds 1p waard en kan niet beïnvloed worden door andere kaarten. Maar de speler die tijdens dit gevecht de meeste courtisanes heeft ingezet, krijgt het recht om de regio te bepalen waar de Condottiere voor de volgende ronde zal om vechten.
Condottiere blijft bij ons een zeer geliefd veroveringsspel. Het combineert bluf, spanning, tactiek en geluk op een heel bijzondere manier. Je moet heel goed kunnen inschatten wanneer je aan een bepaald gevecht deelneemt en welke gebieden niet zo interessant voor je kunnen zijn. Vanaf een tweede partij neemt de bluffactor toe omdat je reeds ervaren hebt welke kaartcombinaties het gevecht compleet kunnen veranderen.
De spelregels zijn vrij eenvoudig maar je moet de betekenis en de combinatiemogelijkheden van de verschillende kaarten kennen om de fijne tactische mogelijkheden van het spel te ervaren. Een minimum bezetting van vier spelers lijkt ons ideaal.