Bron: Spellenlab
Elke speler krijgt 8 kaarten uit een voorraad van 45 expeditiekaarten (waarde 2-10 in vijf kleuren) en 15 weddenschapkaarten (drie per kleur). Tussen de spelers in ligt een speelbord waarop de vijf kleuren van de expedities voorkomen. De rest van de kaarten ligt als voorraadstapel klaar.
Beide spelers proberen expedities uit te bouwen door het aanleggen van kaarten in de overeenkomstige rijen. Elke expeditie kost evenwel steeds 20p (opstartkosten) zodat het niet aangewezen is om aan elk van de vijf expedities werkelijk deel te nemen.
Wie aan de beurt komt, speelt één kaart uit zijn handvoorraad uit. Die kaart wordt ofwel in een rij geplaatst ofwel op een aflegstapel van de gespeelde kleur. Kiest de speler om zijn handkaart aan een rij te plaatsen, dan kan hij ofwel een nieuwe rij opstarten ofwel de kaart aan een reeds opgestarte rij toevoegen op voorwaarde dat de waarde van de uitgespeelde kaart hoger is dan de vorige. Wil een speler een weddenschapkaart uitspelen van een bepaalde expeditie, dan kan dat enkel als er in die rij nog geen enkele gewone expeditiekaart ligt. M.a.w. je moet zeker zijn van jezelf dat je voor die kleur voldoende kaarten hebt om een weddenschapkaart te plaatsen. Uitgespeelde weddenschapkaarten verdubbelen (of x3 of x4) de score van die rij (helaas ook de negatieve score). Om zijn beurt af te sluiten, neemt de speler terug een kaart bij. Hij kan kiezen uit de blinde voorraadstapel of uit de verschillende beschikbare aflegstapels van elke expeditie.
Het spel eindigt meteen nadat de laatste kaart van de voorraadstapel genomen wordt. Nu wordt de waarde van elke rij berekend. De som wordt gemaakt van de uitgespeelde expeditiekaarten en hiervan wordt 20p afgetrokken als opstartkost (zodra er ook maar één kaart in een bepaalde rij ligt, scoor je al -20p). Eventuele weddenschapkaarten in het begin van de rij zorgen voor een x2 of x3 of x4 voor die rij. Er is nog een bonus voorzien voor het zeldzame geval er een expeditie ligt met minstens 8 expeditiekaarten. Elke speler maakt de som van al zijn expedities en dit wordt genoteerd. Vervolgens worden alle kaarten terug geschud en wordt een tweede en derde partij gespeeld om de winnaar te bepalen.
De sfeer die deze grote speelkaarten uitstralen, mag er zijn. De illustraties zijn voortreffelijk en ademen het tijdperk van de grote expedities van de jaren 1850 uit. Het spelsysteem is duidelijk. Je speelt een kaart uit en neemt er weer eentje bij. Zowel bij uitspelen als bijnemen, heb je steeds keuzemogelijkheden. Hier herken je de hand van Reiner Knizia. Het spel heeft vanzelfsprekend een hogere geluksfactor. Je krijgt geen eigen set kaarten, maar neemt steeds een volgende kaart uit een grote voorraad. Maar als je het spel een aantal keren speelt, merk je wel iets meer tactische mogelijkheden: start ik een nieuwe rij op gelet op mijn handvoorraad en de aflegstapel van die kleur (waarbij je best onthoudt in welke volgorde die kaarten daar kwamen te liggen) of bouw ik een reeds opgestarte expeditie verder uit om die 20p opstartkosten terug te verdienen? De speelduur valt best mee. Reken op een kwartiertje voor de noodzakelijke drie ronden. Lost Cities speelt vlot, heeft een gezonde dosis geluk en duurt niet zo lang. Een ideaal spel voor op reis of eventjes tussendoor.