Bron: Spellenlab
Het is nu al een tijdje geleden dat er een quiz op de markt verscheen rond wetenschap in de brede zin van het woord (Einstein & co). Deze editie probeert spelers warm te maken voor eerder intellectuele vaardigheden i.p.v. puur kennisgericht te zijn.
De spelers worden in twee teams verdeeld. Op tafel worden de opdrachtkaarten per categorie gesorteerd. Een grote draaiwijzer stuurt het spel. Het team dat aan de beurt komt, draait de wijzer rond en één persoon van het team krijgt nu ongeveer 30 seconden de tijd (zandloper) om zoveel mogelijk opdrachten binnen de categorie op te lossen. Enkele voorbeelden:
Categorie rekenen: hier moet de speler allerlei eenvoudige rekenopdrachten uitvoeren die al dan niet visueel ondersteund worden.
Categorie visueel: vorm een woord met de letters U-E-K-B-R, maak een welbepaalde puzzel met tangramstukken of zoek twee identieke afbeeldingen in een raster vol afbeeldingen.
Categorie geheugen: luister naar een medespeler die vier woorden uitspreekt en herhaal die woorden, luister naar een zin zoals “Als een potvis in een pispot pist, zit de pispot vol met potvispis” of bekijk twee grote getallen en herhaal deze hardop zonder de kaart opnieuw te bekijken.
Categorie logica: voer een welbepaalde beweging met je handen uit, analyseer een aantal weegschalen om het zwaarste voorwerp te vinden of teken een lijntje bij zodat een welbepaalde verplaatsing mogelijk wordt.
Categorie analyse: tel het aantal blokken in een 3D-figuur, teken een welbepaald lijntje terug over in een meer abstracte context of zoek welbepaalde sets van afbeeldingen in een groter raster.
Indien de speler aan beurt 5 kaarten probeert op te lossen, waarvan er 2 fout zijn, dan scoort zijn team 5-2=3 schijven van de kleur van de categorie. Deze schijven hebben een verschillende grootte (en dus ook een verschillende massa).
Zodra elk team vijf keer aan de beurt kwam, worden de verzamelde schijfjes op een grote balans geplaatst om de eindwinnaar te bepalen.
Bij het lezen van de spelregels en het verkennen van een aantal opdrachtkaarten groeide mijn belangstelling om het spel even uit te proberen. Dat uitproberen bleek echter flink tegen te vallen.
De 30 seconden waarover je beschikt zijn belachelijk weinig om met een zeker gevoel van zelfrespect de opdrachten op te lossen. Sommige kaarten zijn belachelijk eenvoudig en andere vermelden te weinig essentiële gegevens. Zo blijken de tangrampuzzels niet steeds met alle stukken te moeten gemaakt worden (iets dat pas opvalt na controle met de roodfilter). Een team dat steeds makkelijke rekenopdrachten krijgt dankzij de draaipijl, zal veel meer punten scoren dan het team dat steeds een categorie krijgt waar misschien één kaartje kan opgelost worden.
Ik ben geen ontwikkelingspsycholoog. Maar of het herhalen van “klap klap, stomp stomp, knip knip” nu echt zo moeilijk is, durf ik sterk te betwijfelen. Het team dat vervolgens “veertien min vier” moet oplossen, vraagt zich wellicht af wat het hier aan tafel doet en het team dat vervolgens een zeilbootje moet namaken maar niet weet met hoeveel puzzelstukken dit moet, zal waarschijnlijk vlug afhaken.
Als je alle kaarten doorbladert moet je wel toegeven dat binnen een aantal reeksen wel knappe dingen zitten, maar in deze spelvorm komen ze jammer genoeg niet tot hun recht.