Bron: Spellenlab
In de loop van de 19de eeuw ontwikkelden zich twee aparte versies: Jacquet in Frankrijk en Gammon, later meer bekend als Backgammon in Engeland en later in de U.S.A.
Jacquet kende een enorme populariteit, maar het is vooral Backgammon die na de tweede wereldoorlog de spellenwereld veroverde.
Heel veel mensen denken dat beide spellen gelijkwaardig zijn (gewoon een andere naam). Dat is niet correct omdat de spelregels toch duidelijk van elkaar verschillen.
Jacquet (in Nederland en Vlaanderen beter bekend als Triktrak) gebruikt hetzelfde spelmateriaal als Backgammon op de speciale getallendobbelsteen na.
Startpositie
In tegenstelling tot Backgammon starten alle 15 schijven van de speler op dezelfde pijl op het speelbord, nl. de pijl uiterst links als je voor het speelbord zit.
Doel van het spel
Probeer als eerste speler al je schijven van het speelbord te spelen.
Verplaatsingen
Wie aan de beurt komt, gooit de twee gewone dobbelstenen. Je kan nu twee eigen schijven verplaatsen volgens de waarden op de twee dobbelstenen maar je mag ook één schijf verplaatsen volgens de gegooide som.
Indien een dubbel gegooid werd, dan telt deze ook dubbel. Hierdoor kan je tot vier verplaatsingen doen i.p.v. slechts twee. Je kan ook kiezen om die waarde te verdelen over 1, 2 of 3 schijven.
Beide spelers verplaatsen de schijven in tegenwijzerzin. Je mag een verplaatsing niet beëindigen op een pijl bezet door een schijf van je tegenspeler. Maar je wel een eigen schijf verplaatsen naar een pijl waar reeds eigen schijven liggen. Indien al je verplaatsingsmogelijkheden toch naar een bezet veld leiden, dan moet je een beurt overslaan. Elke schijf die je aanraakt, moet je ook spelen.
Elke speler moet zo vlug mogelijk een eerste eigen schijf verplaatsen naar het laatste deel van het bord (het speelvlak is onderverdeeld in vier sectoren met elk 6 pijlen). Zolang de eerste schijf die laatste sector niet bereikt heeft, moeten alle andere eigen schijven op hun beginpositie blijven staan. Die eerste schijf wordt de “voorloper” genoemd.
Het eindspel
Zodra alle schijven van een speler in de vierde sector aangekomen zijn, kunnen ze het speelbord proberen te verlaten. Je schijven verlaten het speelbord met behulp van dobbelsteenworpen. Indien je teveel gooit dan vervallen de overtollige dobbelsteenpunten. Indien mogelijk moet je eerste de verst gelegen schijven uitspelen.
In tegenstelling tot Backgammon kunnen geen vreemde schijven geslagen worden.
Deze eenvoudige reiseditie blinkt uit door twee totaal onbegrijpelijke en tegengestelde spelregels. Het lijkt alsof de uitgever ergens een tekst gevonden heeft en die bewust verknipt heeft om op één klein blaadje te passen. Het resultaat is ronduit ergerlijk. Wie deze klassieker niet kent, weet absoluut niet hoe je dit moet spelen. Een zoektocht op internet is zo mogelijk nog frustrerender: het wemelt er van de varianten zodat je nog steeds niet goed weet hoe je met dit spelmateriaal moet spelen.
De vormgeving en de kleuren bekoren ook niet. Een klassieker binnen de gezelschapsspellen moet je respecteren. Plastic uitvoeringen in een soort lunchbox doen het spel absoluut geen eer aan.