Bron: Spellenlab
Scrabble voorstellen is waarschijnlijk niet nodig. Het kan ongetwijfeld beschouwd worden als de grote klassieker onder de woordspellen.
Het spel is bijna perfect opgebouwd: een combinatie van kennis, kruiswoordraadsel, tactiek en gezelligheid. Iedereen heeft ooit wel eens Scrabble gespeeld.
De vader van het spel is de Amerikaanse architect Alfred Butts. Tijdens de grote depressie in de jaren 30 werd Butts werkloos. Als liefhebber van anagrammen, kruiswoordraadsels en andere woordspellen nam hij het besluit om een eigen woordspel te ontwikkelen. In 1931 verscheen een prototype met de naam “Lexiko”. Dit spel gebruikte dezelfde 100 letters als bij Scrabble maar heeft geen speelbord. Het doel was eenvoudig: maak een woord van zeven letters op je eigen rek. Bij elke beurt kon je stenen omruilen tegen andere en het spel eindigde als een speler er in geslaagd was een woord van 7 letters te vormen. Bij een latere versie kregen de verschillende letters een puntenwaarde waardoor het spel meer dimensie kreeg. Deze puntenwaarde werd ondersteund door een nauwkeurig onderzoek van de letterfrequentie op de voorpagina van de New York Times.
Butts probeerde zijn spel bij verschillende firma’s aan te bieden, evenwel zonder succes. Een eerste invoering van een speelbord trok nog steeds geen uitgever aan. Toen Butts tijdens de tweede wereldoorlog het spel verder ontwikkelde met de sociaal assistent James Brunot ontstond er belangstelling. In 1949 produceerden zij zelf zo’n 2400 sets (met financieel verlies). Het jaar daarop verdubbelde de omzet maar nog steeds werd er geen winst bereikt. Pas toen Jack Strauss, de voorzitter van het beroemde grootwarenhuis Macy’s in New York, belangstelling toonde voor dit unieke woordspel werd in 1952 voor de eerste keer een doorbraak geforceerd. Strauss bestelde een enorme hoeveelheid dozen, koppelde dit aan een grote promotie binnen de winkel en bekeek trots het resultaat: 4,5 miljoen dozen werden tijdens de eerste twee jaar verkocht!