Bron: Spellenlab
De Sheriff van Nottingham zit in de problemen. Hij heeft dringend geld nodig. Daarom stuurt hij er zijn scouts op uit om in het land de nodige belastingen op te halen. Wie hierin het best slaagt, wacht een speciale promotie.
Elke speler krijgt drie kaarten in de hand. Deze kaarten vertegenwoordigen 7 verschillende voorwerpen die als belastingsbijdrage kunnen dienen (koperen munten, zilveren kandelaars, goud, parels, juwelen, kettingen en schatkisten – waarde 7 tot 13 munten). De rest van de 84 kaarten ligt als voorraadstapel klaar. Tussen de spelers in ligt een klein speelbord waarop de pion van de Sheriff van Nottingham start in zijn kasteel. Elke speler krijgt een pion en plaatst deze voor zich neer. Deze pion dient enkel om aan te duiden welke kleur die speler heeft. Naast het speelbord liggen nog een stapel overvalkaarten en vier open stapels opdrachtkaarten.
Wie aan de beurt komt, draait de bovenste kaart van de stapel om. Deze kaart heeft twee functies. Ofwel kiest de speler voor de geldwaarde en neemt de kaart in zijn hand. Ofwel kiest de speler om de bijbehorende actie uit te voeren. Elke actie zorgt ervoor dat tussen twee spelers kaarten verwisseld worden. Dat kan eerder vrijwillig gebeuren zoals bij het aankopen of bieden (waarbij elke medespeler een kaart op tafel legt waaruit de speler aan beurt dan vrij eentje kan kiezen), maar dat kan ook minder leuk gebeuren. Er kan nl. op verschillende manieren een kaart gestolen worden uit de handvoorraad: blind, open voor de dief of zelfs open op tafel (zodat iedereen ziet welke reeks kaarten de speler aan het sparen is).
Want sparen moet je. Nadat de speler aan beurt bepaald heeft wat hij met de openliggende kaart doet, kan deze een combinatie kaarten uitspelen om geld te verdienen. De meest eenvoudige combinatie is een set van drie of meer gelijke kaarten. Eén kaart dient dan als ‘ontvangen belastingsgeld’, de andere gaan naar de aflegstapel. Maar de speler kan ook de openliggende opdrachtkaarten in de gaten houden. Wie b.v. 7 verschillende kaarten kan uitspelen, verdient 30 munten. Een combinatie van vier paren levert ook 30 munten op. En zo zijn er nog een paar leuke combinaties.
Telkens iemand geld kan verdienen, wandelt de pion van de Sheriff naar het volgende vakje in het bos. Het cijfer (2-8) bij dat vakje geeft aan welke spelers een kaart extra ontvangen (omdat ze in de gunst van de Sheriff komen). Wie evenveel of minder kaarten in de hand heeft als dat cijfer krijgt een kaart bij.
Eén van de actiekaarten is de hinderniskaart. Wie voor deze actie kiest, neemt de twee bovenste kaarten van de stapel overvalkaarten, kiest er eentje uit en legt die bij zich neer. Deze speler kan nu op gelijk welk moment tussenkomen op het moment dat iemand probeert kaarten in te ruilen voor geld. De speler die de hindernis activeert, pakt één van de uitgespeelde kaarten van de speler die geld wil verdienen. Als die speler daardoor geen drie kaarten meer uitspeelt, verdient de speler geen geld in deze ronde.
Het spel eindigt als ofwel de Sheriff terug in zijn kasteel aankomt of als de laatste opdrachtkaart omgezet is in geld. De speler die het meeste belastingsgeld kon ophalen, wint het spel.
Nottingham is een kaartspel dat niet onderschat mag worden. Een spel dat je ook met 7 spelers kan spelen, moet goed uitgebalanceerd zijn. Dat is hier duidelijk het geval. De vele verschillende actiemogelijkheden om de open kaart om te ruilen (al dan niet gedwongen) met een medespeler slaat goed aan. Je hebt steeds het gevoel een juiste keuze te moeten maken tussen de verschillende aangeboden mogelijkheden. De interactiviteit tussen de spelers is redelijk hoog. Ook blufspelers komen aan bod. Bij bepaalde acties kan je juist iets aanbieden om de open kaart te kunnen bemachtigen. Onthouden wie wat aan het sparen is, helpt ook. Het spel duurt niet zo lang (30-45 minuten).
Wie op zoek is naar een thematisch spel, moet verder zoeken. Wie interactie, fun en plaagfactoren zoekt, koopt zeker dit doosje.