Bron: Spellenlab
De spelers proberen de waardevolste “palazzi” op te richten. Een paleis stijgt in waarde naargelang zijn hoogte, ook het aantal vensters en deuren speelt hierbij een belangrijke rol. Is het paleis volledig uit hetzelfde bouwmateriaal opgetrokken dan zit je goed.
Op tafel komen er vijf speelbordjes. Hierop komen in de loop van het spel de bouwkaarten te liggen die men ofwel kan kopen of veilen.
In het midden de verzamelplaats en daar rond de vier steengroeven. In het begin van het spel komen op elk van deze plaatsen een openliggende bouwkaart te liggen. Op een van de steengroeven komt de bouwmeester te staan.
Wie aan beurt is kan kiezen uit verschillende acties ofwel kiest men voor “geld innen” of voor “bouwen/veilen” ofwel voor het “verbouwen”
Kiest men om geld te innen dan draait men één geldkaart meer om dan het aantal spelers en kiest zelf twee kaarten terwijl de anderen in wijzerzin elk een kaart nemen. Bij het begin van het spel krijgt iedere speler reeds 4 geldkaarten. Geldkaarten bestaande uit drie verschillende munteenheden. Als je weet dat je slechts kan betalen met een zelfde munteenheid kan het kiezen voor geld innen wel zinvol zijn.
Het “bouwen/veilen” begint pas nadat er twee bouwkaarten werden omgedraaid. De eerste van deze kaarten komt op de verzamelplaats te liggen terwijl de tweede kaart afhankelijk van het aantal aanwezige vensters op een van de steengroeven wordt gelegd. Welke steengroeve het wordt is afhankelijk vanwaar de bouwmeester staat. Nu beslist de speler of hij één of twee kaarten van de verzamelplaats koopt ofwel de kaarten op een steengroeve veilt.
Kopen van de verzamelplaats is enkel toegestaan aan de actieve speler. Hij betaalt 10 min het aantal kaarten aan geld voor elke kaart die hij wil aankopen. Als starter van een veiling bekomt hij een certificaat dat 3 waard is en dat als startbod wordt aangeboden. Alle spelers kunnen om beurt het bod verhogen. De meest biedende verkrijgt alle kaarten van deze steengroeve die hij onmiddellijk moet aanbouwen of in de doos terugleggen.
Aanbouwen gebeurt volgens bepaalde regels zoals geen twee dezelfde verdiepingen of in stijgende volgorde (daarom niet opeenvolgend b.v.. een vierde verdiep op verdiep 1 mag)
Dank zij de derde mogelijkheid het “verbouwen” kan men deze gaten opvullen. Verbouwen betekent dat men ofwel een verdiep in een bestaand gebouw wegneemt en hiermee een nieuw paleis begint ofwel dat men een alleen liggend verdiep in een ander paleis inbouwt.
De bouwkaarten bestaan uit drie stapels in deze laatste stapel worden nog 5 eindkaarten toegevoegd. Wordt de laatste van deze 5 kaarten omgedraaid eindigt het spel onmiddellijk.
Nu volgt een waardering. Weet wel dat men voor alleen liggende kaartjes 5 minpunten krijgt, terwijl paleizen van slechts twee verdiepingen helemaal niets opbrengen. Hoe meer vensters hoe meer punten en hoe hoger en uit hetzelfde bouwmateriaal hoe meer bonuspunten men krijgt.
Een zeer toegankelijk legspel dat een dosis geluk met zich meedraagt. Een spel dat als beginner of afsluiter van een spelavond niet mis staat.