Bron: Spellenlab
Je moet er maar opkomen. De auteurs hebben met dit spel alweer een niche in spellenland gevuld. Voor dit spel was er nergens een analoog spel te vinden waarin je de – wat met noemt – mentale kaart zo nodig had als hier. Wie hieraan begint wordt gegarandeerd verrast!
Neem 200 plaatskaartjes, een richtingskaart, een handvol puntenschijfjes en je kunt beginnen. Voor elk spel heb je 45 kaarten nodig, de rest wordt weggelegd. In elk van de drie spelronden worden één na één 15 kaarten open op tafel op hun juiste plaats gelegd. Dit gebeurt op intuïtieve wijze. Bij het begin van elke ronde wordt een willekeurige kaart (van de reststapel) getrokken en in het midden van de tafel bovenop de richtingkaart gelegd. Deze kaart vormt het snijpunt van de twee lijnen die zullen ontstaan. Van links naar rechts worden steeds weer plaatskaartjes in een west-oost volgorde gelegd terwijl dit van boven naar beneden in noord-zuid richting gebeurt.
Wie aan de beurt komt, neemt het bovenste kaartje van de stapel, bekijkt het en legt het op een - volgens hem - juiste plaats in het geheel. Daarbij zijn er in principe steeds twee juiste mogelijkheden. Ofwel kiest de speler een plekje in de west-oost-as, ofwel doet hij dit volgens de noord-zuid-richting. Let op: in elk geval wordt steeds gedacht t.o.v. de startkaart! Liggen al meerdere andere kaarten in de gekozen as, dan moet ook met die steden rekening gehouden worden! Zodra een speler de kaart heeft neergelegd kan elke medespeler deze positie in vraag stellen. Dit doe je best als je er bijna zeker van bent. Wordt de gekozen plaats betwijfeld, dan wordt het kaartje evenals één van de buurkaartjes omgedraaid. Op de rugzijde staat telkens de exacte geografische ligging genoteerd. Deze lengte- of breedteligging helpt om de ligging in een oogwenk te controleren. Lag het kaartje goed, dan geeft de twijfelaar een punt aan de speler die het kaartje legde, in het andere geval gebeurt het omgekeerde en wordt het foutief gelegde kaartje weggenomen.
Zodra de 15 kaartjes werden aangelegd, volgt een ultieme controleronde. Iedereen noteert daarin op een blaadje hoeveel ‘fouten’ hij in het geheel vermoed. Daarna worden alle kaartjes omgedraaid en vanaf het startkaartje gecontroleerd. Wie (bij benadering) het juiste aantal fouten had opgeschreven scoort twee extra punten.
Dit spel zit heel vernuftig in elkaar en confronteert je op sublieme wijze met de werkelijkheid. Hoe is het met je mentale kaart gesteld. Natuurlijk moet je wat ‘geluk’ hebben en is de ene ‘opdracht’ eenvoudiger dan de andere
In deze doos wordt enkel met Duitse steden en bezienswaardigheden gespeeld. Ondertussen bestaat ook een versie voor Zwitserland (niet aanwezig in het archief) en een heel interessante editie waarin ‘geoefend’ wordt op de Europese kaart!
Origineel en heel leerrijk!