Bron: Spellenlab
In 'VIVA' krijgen alle spelers 5 handkaarten, wordt er een kaart opengelegd als 'Blockkaart' en worden de overige kaarten als gedekte trekstapel ernaast gelegd.
Het doel van het spel is om je laatste kaart passend op de blockkaart te leggen. Lukt dit, dan win je deze ronde.
De basis van dit spel doet wat denken aan UNO. Ben je aan de beurt dan moet je een kaart passend aanleggen. Ofwel leg je deze op een van de 3 'lege huizen', ofwel leg je ze op een andere kaart. Hierbij geldt altijd: er moet steeds een kleur overeenkomen met de kaart eronder én er mag geen kleur overeenkomen met deze van de blockkaart. Kan je geen kaart leggen, moet je een van de stapel nemen en speelt de volgende speler verder.
Wanneer het lukt om een VIVA te leggen (= in de 3 huizen komt hetzelfde kleur voor), worden alle openliggende kaarten (huizen en blockkaart) op de aflegstapel gelegd. Ook moet de vorige speler 2 kaarten en de volgende speler 1 kaart van de trekstapel nemen. De actieve speler legt nu een nieuwe blockkaart (uit de eigen hand of van de trekstapel) en de volgende speler start een nieuwe ronde.
Wanneer je tenslotte een fout maakt (bv. je legt een kaart aan met een kleur van de blockkaart), neem je de kaart terug op handen + nog 2 extra van de trekstapel.
De speler die als eerste zijn laatste kaart juist (= minstens 1 kleur komt overeen) op de blockkaart kan leggen, neemt een overwinningskaart. Na 8 ronden wint de speler met het meeste overwinningskaarten.
VIVA is een eenvoudig aan te leren aflegspelletje.
Het spel ziet er heel stijlvol uit en speelt heel vlot.
Net als bij andere UNO-varianten speelt geluk vanzelfsprekend een redelijk grote rol. Toch zijn de bedenkers er in geslaagd om via een aantal leuke regels (bv. blockkaarten, VIVA) de dynamiek van het spel te vergroten.
Is dit een blijver? Vermoedelijk niet, maar toch zijn we er zeker van dat dit veelvuldig gespeeld zal worden bij de liefhebbers van het genre.