My City Roll & Write 2022

Elke speler kiest eenzelfde speelveld uit de verschillende opdrachtvellen. Om beurt gooien de spelers met de 3 dobbelstenen. Deze geven de vorm en de soort van het te tekenen gebouw aan. Het resultaat van de dobbelstenen geldt voor alle spelers. De twee blauwe dobbelstenen worden met de grijze halve cirkels tegen elkaar gelegd. Op die manier wordt de vorm van het gebouw bepaald. Toont een dobbelsteen een leeg veld of een passer, dan wordt enkel met de andere blauwe dobbelsteen rekening gehouden. De witte dobbelsteen bepaalt het soort gebouw dat moet worden getekend (ingekleurd = woning, gestreept = bedrijf, een kruis = openbaar bebouw). Vanaf hoofdstuk 2, speelt de passer wel een rol. Wordt de passer gegooid, dan vervallen de andere dobbelstenen en dan wordt er een kerk gebouwd volgens de vorm die aangegeven wordt op het opdrachtvel. Vanaf spel 11 wordt in plaats van een kerk, een vestiging gebouwd.
Alle spelers tekenen tegelijkertijd hun gebouw op het speelveld. Afhankelijk van het spel wordt doorgaans gestart met het gebouw aan de rivier. Daarna worden alle andere gebouwen steeds aangrenzend getekend. Kan of wil een speler een gebouw niet tekenen, dan meldt hij dit en kleurt op een cirkel ‘Gebouw niet bouwen’ in waardoor hij punten verliest. Een speler bepaalt zelf wanneer hij het spel beëindigt. Als alle spelers het spel hebben beëindigd, worden de punten geteld. Daarna kan een volgend spel gestart worden. Op het einde van het hoofdstuk worden de punten van alle spellen samen geteld om de winnaar te bepalen. De doelen en uitdagingen worden over de verschillende spellen heen steeds complexer. Dit spel vraagt dan ook veel van de executieve functies: werkplanning en respons-inhibitie, want je gemaakte keuzes hebben een grote invloed op het inkleuren van volgende velden en dus ook op de uiteindelijke puntentelling.

De speldoos zelf bevat verschillende vellen met opdrachten en de drie dobbelstenen. Alles is duidelijk uitgewerkt. De opdrachten zijn geordend per hoofdstuk en er is een duidelijke gradatie naar complexiteit. Naar het einde toe worden niet meer alle situaties uitgelegd in de spelregels en dien je onderling af te spreken hoe de puntentelling gebeurt. In spel 10 bijvoorbeeld, dien je rekening te houden met de bandieten, maar telt een ‘niet omsingelde bandiet’ ook mee in de puntentelling van de lege vakken? Of kan een vestiging in spel 11 een scheiding vormen in een aaneengesloten groep?
De spelregels worden steeds complexer en de spellen kunnen los van elkaar worden gespeeld, waardoor je gemakkelijk kunt inspelen op het niveau van de spelers. Het is enkel jammer dat niet alle spelregels van het ene spel naar het andere spel worden meegenomen. Hierdoor verlies je wat continuïteit als je de verschillende hoofdstukken in volgorde na elkaar speelt. Bij de puntentelling is het wel een voordeel dat de winnaar pas wordt bepaald op het einde van een hoofdstuk. Je kunt dus de score van het ene spel compenseren met de score van een ander spel.
Algemeen een spel dat zeer vlot speelt met eenvoudige spelregels.