Bron: Spellenlab
Elke speler kiest een dinosaurus en het bijhorende spelbord. Schud de lichtgekleurde kaarten gedekt en geef aan elke speler 5 kaarten. De overige kaarten zijn de trekstapel. Schud de donkergekleurde kaarten en leg deze ook gedekt in het midden als trekstapel van de rampen. Elke ronde proberen alle spelers zoveel mogelijk punten te behalen en rampen te vermijden. Als een speler 3 dezelfde of 3 verschillende rampenkaarten in zijn speelveld heeft, dan stopt het spel voor deze speler onmiddellijk. Een meteoorkaart hierbij staat voor elk van de 3 rampen.
Draai een rampenkaart om. Elke speler gaat na of hij deze ramp al dan niet voor zich kan nemen en legt een puntenkaart (cijfer 0 tot 9) uit zijn hand gedekt voor zich neer. Deze worden tegelijkertijd omgedraaid door elke speler. Nu wordt de hoogste score bepaald (rekening houdend met een eventueel effect dat is vermeld op de kaart). De speler met de hoogste score verplaatst zijn dinosaurus op zijn spelbord volgens de overeenkomstige punten. De speler met de laagste score neemt de rampenkaart in zijn speelveld en legt 1 van zijn handkaarten op de aflegstapel. Hebben twee spelers de laagste score, dan draaien ze elk opnieuw een puntenkaart uit de hand om. Degene die dan de laagste score heeft of geen puntenkaart meer kan leggen, voegt de rampenkaart toe aan zijn speelveld.
Daarna start de rest van de rond spel waarbij elke speler indien gewenst en mogelijk interventiekaarten aflegt. Deze kunnen nog de score en het al dan niet opnemen van de rampenkaart beïnvloeden.
Verder worden punten ook verzameld door de dinosaurus eigenschappen. Op het einde van de ronde worden punten bijgeteld of afgetrokken naar gelang de soort dinosaurus en de ramp. Elke speler krijgt ook 1 extra punt voor elke rampenkaart in zijn rampgebied.
Het spel zit in een compacte doos, de spelborden en de dinosaurussen zijn degelijk uitgewerkt en er is een duidelijk onderscheid tussen de rampenkaarten en de interventiekaarten. De tekeningen zijn passend bij het thema van het spel en bij de leeftijd van de spelers. De verhalen achter de rampen zijn grappig uitgewerkt. Door het gebruik van de drie soorten rampen (natuur-, roofdier- of emotionele rampen) krijgen de spelers ook de boodschap mee dat het in het leven niet allemaal kan meezitten en dat we door onze veerkracht, sterker worden en opnieuw verder kunnen. Omdat elke dinosaurus andere eigenschappen heeft, kan je ook al wat inschatten wat een andere speler wil bij een rampenkaart.
De spelregels zijn echter verwarrend geschreven. Je dient ze een aantal keer door te nemen tijdens het eerste spel om na te gaan wat een volgende stap is in het bepalen van de score. Er zijn geen voorbeelden opgenomen waaraan je je kunt spiegelen bij een moeilijke situatie. Sommige gelegde kaarten kunnen leiden tot onduidelijke situaties waardoor spelers hun eigen regels in onderling overleg opmaken. Het spel bevat een beetje strategie, maar is vooral afhankelijk van geluk bij het trekken van je handkaarten.