Bron: Spellenlab
Een blikken doosje met daarin fraai ontworpen speelkaarten trekt onze aandacht. De Vlaamse auteur Arne Lauwers heeft van zijn succes-export-product nu een junior-versie ontwikkeld. Het basisspel “Arne” (editie 2002) kon ons maar weinig bekoren. Benieuwd of deze versie uit zijn eerdere, vooral designfouten, geleerd heeft.
Bij het openen van het doosje merken we dat de kaarten heel wat beter vormgegeven zijn. In elk van de vier hoeken staat een symbool of cijfer dat relevant is voor de kaart. De illustraties zijn ontworpen door een zekere Nicole. Het centrale thema in dit plaag-kaartspel is fruit: druiven, kersen, bananen en appels in een soort aquarelstijl. Mooi en rustig. De witte en zwarte actiekaarten zijn eveneens stijlvol getekend en dragen functionele symbolen in de vier hoeken. Dat is beduidend beter dan het door ons geteste basisspel enkele jaren terug.
Hoe wordt dit spel gespeeld? Eigenlijk vrij eenvoudig. Elke speler kiest bij de start een eigen fruitsoort en krijgt als teken van herkenning een bijpassende fruitkaart. Iedereen krijgt 5 kaarten in de hand en probeert zoveel mogelijk fruitkaarten van de eigen soort bij zichzelf uit te spelen. De medespelers beschikken echter over witte en zwarte kaarten om dit doel in de war te gooien. Witte kaarten kunnen enkel bij de eigen speelbeurt uitgespeeld worden en zwarte kaarten mag iedereen op om het even welk moment tegen iemand anders uitspelen. De fruitkaarten hebben een waarde van 1-5.
Wie aan de beurt komt, neemt eerst een kaart van de stapel bij en moet vervolgens 1 fruitkaart of 1 witte kaart uitspelen. Fruitkaarten van je eigen soort leg je vanzelfsprekend bij jezelf open op tafel. Fruitkaarten van een andere kleur speel je op een aflegstapel. Helaas zijn de spelregels hier niet duidelijk of deze kaart open of dicht op de aflegstapel moeten komen. Ik vermoed open anders heeft een bepaalde zwarte kaart (de dief) geen enkele betekenis. In het viertalige spelregelboekje is enkel de Franstalige spelregel duidelijk. Heel slordig voor een Vlaams auteur!
De speler kan echter ook een witte actiekaart uitspelen i.p.v. een gekleurde fruitkaart. Witte kaarten laten je toe om een kaart te stelen bij een medespeler naar keuze, twee welbepaalde gekleurde kaarten van jouw kleur te vragen bij iemand anders, drie extra kaarten van de stapel te nemen, te verwisselen van zitplaats (zodat twee spelers eigenlijk veranderen van fruitsoort) of iedereen al zijn handkaarten laten doorgeven aan zijn linkerbuur.
De zwarte kaarten – die ook buiten de eigen speelbeurt kunnen ingezet worden – laten je toe om een fruitsoort van een andere kleur naar jouw doelkleur om te zetten (de kameleon), de spelersvolgorde te wijzigen, een fruitkaart bij een medespeler tijdelijk uit te schakelen (de roofvogel) of die uitgeschakelde fruitkaart weer actief te maken (een vangnet dat de roofvogel vangt). Er is ook nog een dief die een fruitkaart op de aflegstapel steelt of een kameleon bij jezelf of een andere speler (waardoor de onderliggende kaart geen waarde meer heeft voor de betrokken speler).
Het spel eindigt als er geen kaarten meer in de voorraadstapel liggen. De spelers maken de som van de kaarten die voor hen neer liggen (de eigen fruitkaarten) om de winnaar te bepalen.
Het basismechanisme blijft overeind in deze junior-editie. De spelers proberen kaarten van de eigen soort te verzamelen en letten er voortdurend voor op om ofwel niet geplaagd te kunnen worden of juist anderen dwars te zitten. Ik vermoed dat hiervoor wel een doelpubliek bestaat. Onze grootste kritiek betreft echter – opnieuw – de spelregels. De essentiële informatie dat een niet passende fruitkaart OPEN op de aflegstapel moet komen, ontbreekt in drie van de vier beschikbare talen. Niet iedereen doet de moeite om vier talen te lezen. We kunnen zelfs over het doel van het spel discussiëren. In de NL en FR spelregel staat dat de spelers zoveel mogelijk fruit moeten verzamelen, terwijl in de E en D tekst veel beter aangegeven staat dat het de grootste som aan punten op die fruitkaarten is die telt! In de opsomming van het spelmateriaal worden twee handige tipkaarten vermeld. Ik heb die echter niet ontdekt in het doosje. Een vergetelheid of een eerdere versie van een spelregeltekst met een toen andere set speelkaarten? Niet zo erg natuurlijk, maar wel slordig omdat je als consument meteen denkt een onvolledige doos in handen te hebben.
Arne junior speelt met kinderen vrij amusant eenmaal ze de betekenis van de verschillende soorten witte en zwarte kaarten doorhebben. Om kinderen meteen bij een eerste kennismaking door elkaar te laten spelen, zou ik niet meteen aanraden. Misschien eerst gewoon om de beurt spelen en dan later verduidelijken dat die zwarte kaarten ook op om het even welk ander moment kunnen gespeeld worden. Het doosje vermeld een startleeftijd van 5 jaar. Een beetje optimistisch denk ik. Kleuters van die leeftijd kunnen deze spelmethode nog niet aan.
Arne junior moet je eens gespeeld hebben, maar zal wellicht niet zo vaak bij kaartspelers op tafel komen.