Bron: Spellenlab
Elke speler krijgt 12 kaarten in de hand. Deze kaarten moeten in dezelfde volgorde als je ze krijgt in de hand genomen worden. De volgorde mag dus absoluut niet veranderd worden!
De spelers bekijken de kaarten en beslissen in welke richting ze de kaarten willen sparen.
De hand kan aangevuld worden met kaarten uit de verdekte stapel. Een nieuwe kaart wordt in de hand gestoken en in ruil wordt één van de kaarten naast de nieuwe kaart uit de hand genomen. Deze kaart wordt open gelegd. Eén van de andere spelers kan ook deze kaart uitkiezen om te gebruiken.
Op de kaarten staan punten die spelers verzamelen. Wie als eerste zijn kaarten in de juiste volgorde heeft, wint extra punten.
Dit spel is snel uitgelegd en wordt in een redelijk korte tijd gespeeld. In het begin denk je dat het eenvoudig kaarten nemen is, maar niets is minder waar. Je probeert een strategie op te bouwen. Ook ben je afhankelijk van welke kaarten je tegenspelers nemen. Je kan niet altijd vooruitdenken en doen wat je van plan was. Je moet niet alleen rekening houden met de kaarten in je hand die je in een bepaalde volgorde wil krijgen, maar ook met de punten op de kaarten.
Nadeel: je moet steeds zicht hebben op al je kaarten. Twaalf kaarten in de hand houden is soms wat veel. Ook staan de cijfers niet in twee richtingen gedrukt, dus na het delen kan je de kaarten 'ondersteboven' vast hebben. Deze juist steken is wel een werkje. Zo misten we tijdens het spelen ook eens tussen 66 en 99 hierdoor. We zien het grote centrale getal tijdens het spelen omdat we zoveel kaarten vast hebben.
Leuk gezinsspelletje!