Wat de afkorting S.S.S. precies betekent blijkt niet uit de tekst bij het spel maar de namen 'Schoen' en 'Sigma' zullen hier waarschijnlijk wel een rol hebben gespeeld.
Bij de fabriek konden nog werpsteenen en speelfiches in verschillende kleuren worden aangevraagd.
De maker heeft zich blijkbaar verdiept in de oorsprong en betekenis van het spel. Hij noemt het ganzenbord een 'pretentieloos vermakelijkheidsspel' , dat betrekking heeft op het menselijk leven. Hij verwijst naar nr 63, 'dat verband houdt met het 63ste levensjaar, dat in het volksgeloof als critiek werd beschouwd. Evenzoo hebben de verschillende prentjes betrekking op het menschelijk leven, illustreeren voor- en tegenspoed.' Voor nadere informatie over oorsprong en betekenis van het ganzenbord houdt de maker zich aanbevolen.
Onderstaand volgt een samenvatting van een verhaal van A. Kooiker:
PIETER SCHOEN & ZOON was bijna 250 jaar lang één der grootste Nederlandse verfindustrieën.
Pieter Schoen begon met zijn oudste zoon Jan (Pieterszoon) Schoen in 1722 met het malen van pigmenten in de molen 'De Gekroonde Schoen' te Westzaan. Na een brand van deze molen en de in 1791 gekochte verfmolen 'De Admiraal' werd een nieuw pakhuis voor Simon (Pieterszoon) Schoen gebouwd aan de Zaan. Het pakhuis kreeg de naam 'De Lelie', genoemd naar de vrouw van de jongste firmant, Pieter (Simonszoon) Schoen. De naam 'Lelie' heeft in de verdere geschiedenis van Pieter Schoen betekenis gekregen als merknaam 'Lily-Brand' voor verschillende produkten.
Nadat in 1898 het houten pakhuis door een stenen pand was vervangen (zie foto 6) begon men met behulp van een gasmotor met het malen van dik aangemaakte verven zoals stopverf, plamuur en loodwit/zinkwit in lijnolie. Vanaf 1905 begon Pieter Schoen met de produktie van gerede verven waardoor het karakter van de onderneming meer industrieel werd en ook het personeelsbestand toenam.
Op 26 januari 1913 werd pakhuis 'De Lelie' door brand verwoest. In 1914 kon de herbouwde fabriek in gebruik worden genomen. De drie pakhuizen die gebouwd werden bestaan heden ten dage nog. Dit zijn 'Albino', 'Moor' en 'Regenboog' met daarachter de verffabriek De Lelie die werd ingericht met moderne machines voor mengen en malen van olie- en lakverven. In 1918 werd weer uitgebreid met de koop van het graanpakhuis 'Ceres' van Buys. In 1929 besloot men een nieuwe fabriek, een vijf verdiepingen tellend pand aan de Oostzijde te bouwen.
In 1933 richtte de firma Pieter Schoen in samenwerking met Lindeteves een verffabriek op Java op in Batavia.
De laatste uitbreidingen van noemenswaardige aard waren de bouw van een kantoor en een wetenschappelijk laboratorium in 1942. Inmiddels was het bedrijf uitgegroeid van 3 werknemers in 1898 tot 260 begin 1940.
Na de tweede wereldoorlog wordt de export bemoeilijkt door locale importbepalingen, vooral hoge invoertarieven. Men besloot daarom in allerlei Europese landen en later ook over de hele wereld verffabrieken te starten. Dit leidde na 1950 tot een wereldwijd netwerk van dochterondernemingen, joint-ventures, licentiepartners en agenten.
In 1972 ontstaat SIGMA COATINGS B.V. uit een fusie van Pieter Schoen (sinds 1969 overgenomen door de Belgische oliereus PETROFINA) met eveneens tot dit olieconcern behorende INTERNATIONAL COATINGS MATERIALS.
De naam 'Sigma' was al eerder als merknaam door Pieter Schoen voor een groot aantal produkten gekozen (foto7). De belangrijkste reden hiervoor was dat in het buitenland 'Schoen' moeilijk uit te spreken was.
Bronnen:
•Encyclopedie van de Zaanstreek
•Proefschrift drs. Mark Pier: ‘De som van het verleden’
Collectie Eric van Waarden
Foto 6: Gem. Archief Zaanstad.