Toover-Negentienhoek 1862

Bron:

Omschrijving

Bron: Hongs

Toover-Negentienhoek, gepubliceerd in de Kinder Courant deel 10, 1861-1862 blad 39. Feitelijk geen echt spel maar eerder een rekenhulpmiddel, uitgevonden in 1811 door de wiskundige H. van Dooren te Breda. De instructies uit de Kinder Courant ontbreken helaas maar een beschrijving van deze Toover-Negentienhoek is ook te vinden in het tijdschrift "Vaderlandsche Letteroefeningen", jaargang 1811, blz 171 en 172, waarvan hieronder de betreffende tekst is weergegeven. De tekst noemt als een mogelijke toepassing "om jonge lief hebbers der Rekenkunde in het optellen of adderen eenige aangename en leerzame uitspanning te verschaffen".


Vele Eigenschappen van een Toover-Negentienhoek.

Onder dit opschrift komt ons voor eene Verklaring, in vier talen, (namelijk in de Hollandsche, Fransche, Engelsche en Hoogduitsche,) van eenen Negentienhoek, welke op eene afzonderlijke Plaat zeer naauwkeurig gegraveerd is, en waarbij eenige papieren cirkels gevoegd zijn, waarmede men den Negentienhoek bedekken kan, en slechts sommige numero's naar believen doen te voorschijn komen.

   De eigenschap der getallen is in der daad in derzelver bijeentelling, aftrekking, en in de betrekking der produkten, welke daaruit te voorschijn komen, zoo zonderling, dat deze onderlinge betrekkingen der getallen voorzeker aanleiding zullen gegeven hebben, om dergelijke tafelen, waarop de getallen met elkander in betrekking gesteld worden, Toovervierkanten, Toovercirkels, Tooverhoeken te noemen; alhoewel men bij deze (zeer onwijsgeerige) benaming volstrekt aan geenerlei onnatuurlijk of bovennatuurlijk geheim te denken hebbe. Men noemt deze soort van Arithmetische figuren daarom wel eens Toovervierkanten, Tooverhoeken, wijl men in de blinde en duistere bijgeloovige eeuwen, met zoodanige figuren, eenige bovennatuurlijke uitwerkingen meende te kunnen daarstellen. Deze figuren zijn slechts enkel Arithmetisch, en kunnen van grooten dienst zijn, 1o. om door middel derzelve, op de gemakkelijkste wijze, weegkunstige berekeningen te doen, bij voorb. om een schip, schuit, of welk andere bodem het ook wezen moge, in een volmaakt evenwigt met verschillende soorten van gewigten te beladen, en 2o. om jonge lief hebbers der Rekenkunde in het optellen of adderen eenige aangename en leerzame uitspanning te verschaffen: te welken einde men deze Arithmetische figuren, met een nuttig gevolg, ook als prijzen op de Leerscholen zoude kunnen bezigen.

   De Uitvinder derzelve is de in het vak van Wis en Rekenkunde zeer beroemde Heer H. VAN DOOREN, te Breda; welke 300 Exemplaren van dezen Negentienhoek, met deszelfs afzonderlijke papieren doorgehakte concellatien, tot eene proeve, uit eenen grooteren voorraad van dergelijke door hem nieuw uitgevondene cirkels, vierkanten, parallelogrammen en ruiten, aanbiedt. Zijnde de prijs van dezen dubbelen Negentienhoek op veertien stuiv. gesteld en die der zes concellatien op zeven stuiv. En dus het eene bij het andere à een en twintig stuiv. alom te bekomen.

Foto 2 en 3 tonen enige orginele exemplaren uit 1811 welke zich bevinden in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.

6589-1.jpg
6589-2.jpg
6589-3.jpg