Bron: Spellenlab
De goudkoorts is uitgebroken en de spelers proberen de meest waardevolle mijnen te bekomen om zo snel mogelijk geld te verdienen. De burgemeester van de stad wil natuurlijk ook zijn deel en andere personages pikken ook hun graantje mee.
Elke speler ontvangt 10 goud van de bank. In de eerste ronde wordt er willekeurig een startspeler bepaald. In de volgende ronden is het de winnaar van de veiling die startspeler wordt.
Van de 60 speelkaarten draait men er evenveel om als het aantal spelers (3 -5) In de eerste ronde worden er enkel mijnkaarten omgedraaid, gebeurteniskaarten worden weer in de stapel geschud. De startspeler begint met het bieden, men gaat in wijzerzin verder tot er slechts een speler overblijft. Eenmaal gepast kan men niet meer meebieden.
De speler met het hoogste bod betaalt de som aan zijn rechter buur die de helft voor zichzelf houdt en de andere helft aan zijn rechter buur heeft. Op zijn beurt behoudt die de helft en heeft de rest aan zijn rechter buur etc. De winnaar van de veiling kan nooit geld recupereren.
De winnaar van de veiling kiest nu als eerste een kaart.
Kiest hij voor een mijn dan moet hij deze onmiddellijk uitspelen, bijzondere kaarten moeten soms onmiddellijk uitgespeeld worden of kunnen in de hand gehouden worden. Speelt men een mijnkaart uit waarvan de kleur overeenkomt met een stad waar er zich een burgemeester bevindt dan moet men taks betalen aan de burgemeester. Burgemeester wordt men als men als eerste twee mijnen van een zelfde kleur voor zich liggen heeft. Plaats als teken de houten burgemeestermarker voor je. Wanneer een speler meer mijnen van dezelfde kleur heeft uitgespeeld neemt hij het ambt van burgemeester over.
Vervolgens kiezen de andere spelers in wijzerzin gratis een kaart Nu gooit men 2D6, komt de som van beide dobbelstenen overeen met het getal dat in een vierkant in de linker bovenhoek van de mijnkaart staat, dan produceert deze mijn het, in de rechter bovenhoek, aangegeven goud.
Nu begint een nieuwe ronde. Het spel eindigt wanneer de stapel kaarten is opgebruikt. De speler krijgt nu een punt voor elk goudstuk in bezit, 1 punt per productiewaarde van elke mijn en 5 punten per burgemeester. Winnaar is hij met de meeste punten.
Een leuk kaartspel met een speciaal betaalsysteem. Omdat er bij de bijzondere kaarten zowel positieve als negatieve kaarten zijn betaalt men soms beter veel voor een kaart die weinig opbrengt maar wel veel schade aanricht bij een medespeler. De dobbelsteenworp bepaalt wel of een mijn al dan niet productief wordt dus een tikkeltje geluk is hier wel aanwezig. De gebeurteniskaarten zorgen bij deze spelletjes voor animo, eerder een “aperitiefspel” of “afsluiter” al duurt het wel iets langer dan de 30 minuten aangegeven op de doos.