Bron: Spellenlab
In 1994 stond dit kaartspel op de Auswahlliste “Spiel des Jahres”. Terecht, want vandaag ontdekken nog steeds nieuwe spelers de kracht van dit eenvoudige kaart-legspel. Meer dan 10 jaar later mag 6 Nimmt als een klassieker beschouwd worden. Deze gouden jubileumeditie verschijnt 11 jaar na de eerste uitgave in een stevig blikken doosje. De rugzijde van de kaarten is voorzien van een gouden rand.
De basisregels blijven gelijk. Hiervoor koop je deze editie niet. De acht varianten maken deze uitgave echter wel interessant.
De eerste tactische variante kennen we reeds vanuit de oorspronkelijke versie. het is de variante die ik het liefst speel. Alle spelers kennen immers alle kaarten die in het spel zijn. Vooraf selecteer je evenveel kaarten als het aantal deelnemende spelers maal tien plus vier kaarten. Speel je dus met 5 spelers dan selecteer je alle kaarten van 1 t/m 54.
Bij de tweede variante gaat de auteur nog een stap verder. Alle vooraf geselecteerde kaarten worden open op tafel gelegd en elke speler neemt om de beurt een kaart in de hand totdat iedereen er 10 heeft gekozen. De vier overblijvende kaarten vormen de startrijen.
In de derde variante worden de eerste twee varianten gecombineerd maar moet elke speler eens met de kaartenset van elke medespeler spelen. De geselecteerde kaarten worden opgeschreven.
In de profvariante (nr 4) kan een uitgespeelde kaart zowel rechts als links aangelegd worden. Wie hier de zesde kaart (zowel links als rechts) aanlegt, moet de vijf reeds bestaande kaarten in de rij nemen.
Variante 5 wordt open gespeeld. Elk om beurt kiezen de spelers een kaart en leggen die open voor zich neer. Als iedereen zijn keuze gemaakt heeft, start de speler die de kleinste kaart gekozen had (zoals in het basisspel).
Bij de geraffineerde versie (nr 6) krijgt elke speler 14 kaarten (waardoor slechts 7 spelers kunnen deelnemen). Elke speler legt per ronde verdekt twee kaarten uit. Wie de kleinste kaart gekozen heeft, moet beide uitgespeelde kaarten aanleggen. De speler mag echter wel kiezen welke van zijn twee kaarten hij eerst aanlegt. Daarna moet de speler die nu de kleinste kaart voor zich liggen heeft, beide kaarten aanleggen.
Ook bij de zevende variante krijgen alle spelers 14 kaarten in de hand. Wie aan de beurt komt, speelt één of twee open uit en legt ze meteen aan de kaarten in de vier rijen op tafel. Wie een rij moet nemen, beslist welke kaarten hiervan in zijn minstapel stopt en welke kaarten hij weer in de hand neemt. Pas op: overblijvende handkaarten tellen bij het einde als dubbel min!
Voor de laatste variante heb je twee sets van 104 kaarten nodig. Gelijke kaarten die in dezelfde ronde uitgespeeld worden, worden gewoon op elkaar gespeeld.
Vanzelfsprekend biedt het uitproberen van deze varianten veel speelplezier, zeker bij hen die het spel reeds lang kennen.
In elke blikken doos zit een waardebon die je recht geeft op een extra ‘plus’ pakket dat door de firma gratis naar huis wordt opgestuurd. Niet vergeten, want die extra kaarten met bijbehorende spelregels maken het kaartspel nog interessanter.