Bron: Spellenlab
Toen ik dit spel in de winkel uitgelegd kreeg, zag ik meteen in mijn fantasie enkele mij bekende spelers zich uitleven in het nabootsen van dierengeluiden. Bij de eerst volgende spelavond werd mijn vermoeden bevestigd: Snorta bekoort jong en oud en leent zich uitstekend als opwarmertje, afsluitertje of tussendoortje bij spelers die even iets onnozels willen spelen.
Elke speler krijgt bij de start een speciale geluidenkaart. Deze kaart toont één van de 12 beschikbare dieren op een gouden achtergrond. Elke speler bekijkt zijn kaart, toont deze aan de medespelers, maakt een bijpassend geluid en draait vervolgens zijn kaart om. Het is niet zo belangrijk te herinneren welk dier je zelf bent, maar je moet wel goed onthouden welke geluiden de dieren van de medespelers maken!
De 85 dierenkaarten (7 van elk van de 12 soorten plus een speciale kaart met een vraagteken) worden goed gemengd en gelijkmatig aan alle spelers verdeeld. Bij drie spelers (een bezetting die minder meevalt) worden twee soorten dieren verwijderd. Niemand mag zijn ontvangen kaarten bekijken. Elke stapel blijft verdekt voor elke speler liggen.
Wie aan de beurt komt, draait zijn bovenste kaart zo open dat de open zijde weg van zichzelf gedraaid wordt zodat deze speler niet eerst stiekem zijn eigen kaart kan bekijken. Op deze wijze ontstaan voor alle speler open aflegstapels. Elke volgende kaart van een speler wordt bovenop zijn reeds eerder open gespeelde kaart gelegd.
Zodra twee gelijke dieren open op tafel liggen, wordt het spannend. De beide spelers van wie deze twee gelijke dieren zijn, moeten nu zo vlug mogelijk reageren. Hoe? Alvast geen stok pakken zoals bij Jungle Speed. Beide moeten zo vlug mogelijk het geluid maken dat op de geluidenkaart staat van de andere betrokken speler. Vanzelfsprekend worden hier veel fouten gemaakt. En dat geeft niet, integendeel het speelplezier verhoogt er alleen maar door.
Veronderstel dat An en Bart plotseling elke een hond open op tafel voor zich zien liggen. Als An bij de start van het spel een slang kreeg en Bart een varken, dan moeten beide spelers zo vlug mogelijk het geluid van de andere maken. An moet dus zo vlug mogelijk ‘knorknor’ zeggen en Bart ‘ssssst’.
Wie te traag of verkeerd reageert moet de open stapel van zichzelf en die van de winnaar pakken en verdekt onder zijn eigen stapel schuiven. Dat is niet goed, want het spel gaat verder totdat iemand geen kaarten meer in zijn eigen voorraadstapel heeft. Deze speler wint de ronde en ontvangt nul punten. Alle andere spelers krijgen minpunten voor elke kaart die nog in hun voorraadstapel zit (2 minpunten voor elk varken, 1 minpunt voor elk ander dier en 4 minpunten voor de speciale kaart).
Wat doet die speciale kaart? Heel eenvoudig: als iemand die omdraait, moet deze speler meteen een nieuwe geluidenkaart nemen, een bijpassend geluid maken en het spel gaat verder. Dit wordt lekker chaotisch voor de medespelers omdat deze speler geassocieerd moet worden met een ander geluid.
Na drie ronden eindigt het spel en wint de speler met het minst aantal minpunten.
Zoals eerder gezegd bekoort dit spel jong en oud die bereid zijn zich eens flink te laten gaan. De rustige klassiek tactisch ingestelde speler zal wellicht geamuseerd toekijken en zich afvragen hoe het mogelijk is dat volwassenen zich zo kunnen laten gaan...
Het spel legt zich vlot uit, de drie ronden duren niet zo lang, de kaarten zijn heel grappig getekend en de prijs van het doosje valt best mee. Met drie spelers heerst er beduidend minder sfeer dan bij 5 of 6 spelers.