Amstel 53 Kaarten Whist Vergulde Hoek 1925

Het gat in het doosje toont een stempel van de speelkaartenbelasting die op 1 mei 1920 werd ingevoerd. Op spellen met 32 kaarten werd 25 cent geheven en op spellen van meer dan 32 kaarten 50 cent. Door de groeiende smokkel van speelkaarten uit het Belgische Turnhout werd de belasting per 1 april 1927 weer afgeschaft.

Al eerder werd belasting op speelkaarten geheven. Per 1 januari 1754 wilden de Staten van Holland twee stuivers belasting heffen op de verkoop van speelkaarten uit Noord- en Zuid-Holland. Voor elders gemaakte kaarten gold 2x dit bedrag en voor buitenlandse spellen 3x. Vanwege de fraudegevoeligheid werd de invoering gestopt, nog voordat er een cent was afgedragen.

Op 1 mei 1797 volgde een nieuwe poging. Fabrikanten mochten slechts spellen leveren met een belastingstempel op de schoppen aas, die werd gedrukt door een voor dit doel opgerichte drukkerij in Amsterdam.

Het Kwartier van Nijmegen voerde op 1 augustus 1795 een belasting in van 6 stuivers voor een gewoon spel en twaalf stuivers voor een spel Tarocq kaarten. Op 1 januari 1806 werd deze belasting in Nijmegen en in Holland afgeschaft om plaats te maken voor een in december 1805 ingevoerde nieuwe belasting. Twee jaar later kwam er weer een andere, en op 1 januari 1812 de volgende, die een jaar later weer verdween. Daarna liet men speelkaarten ongemoeid tot op 1 mei 1920 de hiervoor reeds genoemde landelijke belasting werd ingevoerd.

Foto 2,3,5: Collectie Eric van Waarden