Bron: Spellenlab
Met dit doosje hopen de auteurs ervan dat kinderen vanaf 4 jaar zowel hoeveelheden en getalbeelden als eenvoudige optelsommen tot 10 aanleren. Of ze daarin werkelijk slagen durven wij in elk geval heel sterk betwijfelen!
Met deze eerste zin maken we wellicht al heel wat duidelijk: aan dit doosje is iets mis. De 40 kaarten (20 sets) zijn op het eerste gezicht heel aardig geïllustreerd. Op de voorkant (= gele zijde) van elk duo staat op de linkerkaart steeds een optelsom (b.v. 5 + 4 =). De uitkomst bij elk van die 'oefeningen' varieert van 2 tot maximaal 10. Op de rechterkaart staat niet het getalbeeld maar een aantal Disneyfiguurtjes (Winnie the Poeh of één van zijn vriendjes) dat overeenkomt met de oplossing. Jammer dat niet alle mogelijke verschillende oefeningen in het doosje aanwezig zijn. Nu komen alleen voor de lage uitkomsten alle opgavemogelijkheden voor. Van zodra de uitkomst 6 of meer bedraagt ontbreken één of meer sets. De rugzijde van alle kaarten is paars en dient als controle. Zodra een passende set wordt omgedraaid toont de (nieuwe) linkerkaart de oplossing als cijfer en de rechterkaart evenveel figuurtjes als de oplossing. De controle blijft echter op deze manier nogal moeilijk en voor 'beginners' niet erg overtuigend. Veel beter is het om alleen de oorspronkelijke linkerkaart om te draaien en na te kijken of daarop evenveel figuurtjes staan getekend als op de nog niet omgedraaide rechterkaart.
Ook de getalbeelden kan men beter op een aangepaste (en niet beschreven) manier aanleren. Daarvoor volstaan alleen de rechterkaarten. Op de voorzijde staan een aantal figuurtjes, op de rugzijde het bijpassende getal.
Naast het leren zoeken van de twee bij elkaar horende kaarten, wordt ook een spelvorm beschreven. Deze zit echter helemaal niet logisch in elkaar. De linkerhelften worden onder de spelers verdeeld terwijl de rechterhelften open naast elkaar op tafel worden gelegd. Wie aan de beurt komt, kiest een eigen kaart, legt deze open voor zich op tafel en zoekt de bijpassende oplossingskaart. Blijkt dit - na controle - de juiste te zijn, dan krijgt die speler beide kaarten en mag verder spelen. Bij een fout antwoord is de beurt beëindigd en moeten beide kaarten terug naar hun plaats van herkomst. Hoe het spel precies eindigt, staat niet vermeld maar toch is de winnaar de speler met de meeste sets. Daar niemand meer sets kan verzamelen dan zijn oorspronkelijk aantal handkaarten, is er helemaal geen spanning in dit spel aanwezig. De opmerking dat niet iedereen evenveel handkaarten moet hebben bij het begin maakt het zelfs helemaal oneerlijk... Als spel is dit dus zeker een miskleun.
Of kinderen echt leren met deze kaarten is nog steeds niet erg duidelijk. Toch betwijfelen we dit want elke set bevat aan de gele zijde nl. (ongewild?) de oplossing. Wie dit doorheeft, hoeft helemaal niets meer te tellen en zal dan ook niets leren. Alle oefeningen met eenzelfde uitkomst zijn nl. met eenzelfde kleurlijn omkaderd. Zo hebben beide sets met 4 als som groen omrand... Dit kan natuurlijk als een hulpmiddeltje gezien worden maar hierdoor verliest het elk leerproces.
Omdat op het doosje letterlijk vermeld staat dat dit 'het ideale spel is om spelenderwijs te leren' tillen we heel erg aan al de bovenvermelde gebreken en raden we dit spel dan ook niemand aan. Zie je echter (zoals er reeds enkele beschreven werden) nieuwe mogelijkheden of hou je zielsveel van Winnie the Pooh, dan willen we ons standpunt gerust wat milderen...