Bron: Spellenlab
Hebben jullie geen eenvoudig spelconcept waarbij kinderen iets kunnen bijleren over breuken en verhoudingen? Deze vraag wordt vaak gesteld door bezoekers aan ons studiecentrum in Brugge. Welnu, dit spel moet je eens uitproberen of kan je op weg helpen naar een bruikbaar concept.
Het doosje bevat 52 getallenkaarten en 2 speciale dobbelstenen. De volgende getallen komen twee keer voor: 7-9-11-13, drie keer een 1-4-5-6-8-10-14, vier keer een 2-3 en tenslotte vijf keer een 12-15-16. Op de zijden van de speciale dobbelstenen komen zes breuken voor: 1/2 - 1/3 - 1/4 - 3/4 - 1/5 en 1/8. Daarnaast zijn er nog symbolen voor groter dan, kleiner dan, gelijk aan en het dubbel van.
De kaarten worden goed gemengd, elke speler krijgt er vier in zijn hand en van de voorraadstapel wordt de bovenste kaart open omgedraaid.
De speler aan beurt gooit beide dobbelstenen en onderzoekt of één van zijn eigen handkaarten voldoet aan één van beide dobbelstenen. Ligt op tafel b.v. een '12' open en je dobbelt '1/3' en 'groter dan' dan controleer je je handvoorraad of je soms de kaart '4' bezit of kaarten die groter zijn dan 12. Als dit het geval is, leg je zo'n kaart uit je hand bovenop de open kaart op tafel en je geeft de dobbelstenen door.
Indien je echter geen enkele kaart bezit die aan één van beide dobbelstenen voldoet, dan neem je een kaart van de voorraad bij en je gaat de spelers in zitvolgorde af om te vragen wie een kaart bezit die aan één van de gestelde voorwaarden voldoet. De eerste (in zitvolgorde) die een kaart kan afleggen, mag dit doen. Per speelbeurt kan er dus maar één kaart afgelegd worden.
Wie als eerste zijn laatste kaart kan uitspelen, wint het spel.
Het knappe aan dit spel is dat iedereen tijdens elke beurt actief meedenkt. Wie enkel rekent als hij aan de beurt komt, mist een kans tussendoor om toch kaarten kwijt te spelen. Vanzelfsprekend zijn er speelbeurten waarbij niemand een kaart kan afleggen. Als op tafel de '7' ligt en de dobbelstenen tonen '1/3 en 3/4' dan realiseert iedereen zich dat deze breuken slecht bij 7 passen. Dat geeft niet, wel integendeel. Kinderen zien op deze wijze in dat niet elke breuk een mooi natuurlijk getal oplevert. En dat is net een meerwaarde aan dit spel.