Bron: Spellenlab
Op de boerderij heerst er onrust: zes dieren worden opgejaagd door vier spelers omdat ze door de dierenarts moeten onderzocht worden. Het speelbord bevat heel wat gekleurde vakjes waarop de dieren op hun startplaats gezet worden. De pionnen van de spelers starten in de boerderij.
De speler aan beurt gooit twee dobbelstenen om eerst een dier te verplaatsen en vervolgens zijn eigen pion.
De symbooldobbelsteen geeft aan welk dier wordt verplaatst. Dit dier gaat naar het eerste vrije veld in dezelfde kleur. Welk veld bepaalt de speler vrij maar dieren kunnen niet over dieren of boeren springen. De ogendobbelsteen bepaalt hoeveel vakjes je eigen buur mag verplaatst worden. Een boer kan niet over dieren maar wel voorbij andere boeren wandelen.
Komt je boer op het vakje van een dier (of omgekeerd) dan krijg je in je gezondheidspas een stempel van dat dier. De stempels zitten steeds in de staarten van de dieren. Wie als eerste vier van de zes mogelijke stempels verzamelt, wint het spel.
Venga Venga draait op een eenvoudig bewegingsmechanisme waarbij getallen en kleuren gebruikt worden. Het speelbord komt net iets te druk over door de vele verschillende kleuren. Vele jonge spelers hebben moeite met het onderscheiden van de grote houten dieren. “Is dit de koe of de hond?” Terwijl ze eigenlijk het paard vasthebben...
De geluksfactor is redelijk groot maar de spelers kunnen elkaar ook “ergeren”. Want nadat je een dier kan afstempelen moet je de pion van dat dier naar een andere plaats op het speelbord brengen. Vanzelfsprekend wordt hierbij steeds voor de verste plaats gekozen.
Het stempelen zelf vinden de kinderen vanzelfsprekend heel leuk. Even de staart uit het dier trekken, het stempelkussentje aanraken en een stempel plaatsen op je eigen blad. Sommige kinderen vinden dit zelfs leuker dan het spel zelf...
Of het spel heel vaak herspeeld zal worden, durven we te betwijfelen. Daarvoor lijkt het ons niet echt origineel genoeg.