Bron: Spellenlab
‘Doe wat je kunt om te overleven...’ is de - op het eerste gezicht - wat vreemde ondertitel van dit kaartspel. De spelregels zijn heel eenvoudig en na enkele rondjes voel je heel duidelijk dat deze subtitel helemaal niet uit de lucht is gegrepen. De eerste speler die nl. zijn 5 leventjes heeft verloren, doet het spel stoppen is de grote verliezer. Winnaar is de speler die op dat moment nog over de meeste leventjes beschikt.
De 77 kaarten worden goed door elkaar geschud en elke speler (maximaal 5) krijgt 10 handkaarten. Wie aan de beurt komt legt steeds een kaart op de aflegstapel. De som van alle uitgelegde kaarten mag echter nooit de som van 21 overschrijden. Gebeurt dit toch, dan verliest de speler die dit doet onmiddellijk een leventje. (Hij mag dan een van zijn 5 pionnetjes in zijn statiefje induwen. Dit is een geslaagde systeempje dat erg handig is in dit reisspelletje.) Elke speler zal er dus alles aan doen om onder die grens te blijven of de beurt door te geven. Gelukkig zijn hier vaak tal van mogelijkheden voor. Naast de getalwaarden die varieren tussen 0 en 7, zijn er nl. heel wat bruikbare jokerkaarten. Deze geven je de kans om de beurt door te geven, de speelrichting te veranderen, anderen kaarten te laten bijnemen, de som van de tot op dat moment uitgespeelde kaarten terug naar 10 te herleiden, de handkaarten te herschudden, enz. Het is in elk geval erg belangrijk om deze kaarten gepast uit te spelen...
Pas nadat iemand zijn laatste handkaart kon spelen, wordt volledig herdeeld en start iedereen opnieuw met 10 kaarten. De speler die daarin slaagt, is bovendien de enige speler die op dit moment geen leventje moet afgeven.
‘Super 5’ is een geslaagd spel. Nieuw is het niet helemaal want het doet denken aan o.a. Uno (en zijn varianten) en Party Time (een oldie van Ravensburger met als subtitel: ‘Strippoker... maar dan anders!’
Wie op zoek is naar een knap uitgevoerd reisspel dan vlot en aangenaam speelt, moet niet verder zoeken. Super 5 zal hier in elk geval nog vaak herspeeld worden.