Bron: Spellenlab
Hoe verzinnen ze het? Deze keer wordt de moeilijkheid verhoogd door op elke opdrachtkaart twee ringen van drie getallen te plaatsen. Deze twee ringen overlappen elkaar op een plaats waar je zelf een vierde ontbrekende getal moet zoeken dat zowel met de drie getallen links als de drie getallen rechts een 24 als resultaat moet bekomen.
Voorbeeld: het linker wiel toont “6; 6; 2” en het rechter wiel toont “20; 24; 22”.
Als we voor het vierde ontbrekende getal een “2” kiezen voor beide wielen dan:
linker wiel: 6 x 2 + 6 x 2 = 24
rechter wiel: ((22 – 2) : 20) x 24 = 24
Leerlingen moeten dus meerdere mogelijkheden overlopen door een getal van 1 tot 9 uit te proberen op elk wiel. Dat valt behoorlijk mee. Je bekijkt één wiel en vraagt je af welk vierde getal je zou kunnen gebruiken om met de drie voorgedrukte getallen 24 te bekomen. Vervolgens controleer je of je met dat vierde getal ook met het andere wiel 24 kan vinden.
De 96 dubbelzijdige opdrachtkaarten bevatten 192 oefeningen in drie stijgende moeilijkheidsgraden. Op www.24game.com kan je als leerkracht nog veel meer informatie vinden.