Kuhhandel 1985

Categorie:
Uitgever:
Land van oorsprong:
Beschikbare talen:
Richtprijs:
€ 12
Bron:

Omschrijving

Bron: Spellenlab
40 dieren moeten verdeeld en gegroepeerd worden. Wie verzamelt de meeste kwartetten en scoort zo de meeste punten?
Elke speler begint met eenzelfde startkapitaal: 4 kaarten met waarde ‘10’ en één kaart met waarde ‘50’. Opvallend is dat iedereen ook twee ‘0’-kaarten krijgt. Dit lijkt misschien niet erg zinvol maar het spelverloop zal overduidelijk het tegendeel bewijzen!
Alle kaarten worden grondig geschud en het spel kan beginnen. Om de beurt wordt de bovenste kaart van de stapel omgedraaid en geveild. Alle deelnemers bieden door elkaar op tot de veilingmeester (= de speler aan beurt) afklopt. Nu ontstaan er twee mogelijkheden: ofwel betaalt de hoogste bieder zijn bod aan de veilingmeester en krijgt daarvoor het dier in ruil, ofwel gaat de veilingmeester zelf met dat dier gaan lopen en betaalt hij de waarde van het hoogst uitgebrachte bod aan de hoogste bieder. Dit ‘kooprecht’ heeft een enorme impact op het spelverloop. Let wel op voor volgend detail: een speler die zijn bod niet gepast kan uitbetalen, heeft pech want hij moet nu een hoger bedrag betalen. In geen enkel geval wordt geld teruggegeven!
Na enkele speelronden kan de speler aan beurt ook voor een andere actie kiezen. In plaats van een dier te veilen, kan hij proberen om een openliggend dier van een andere speler af te kopen. Hij kan dit enkel doen indien hijzelf en de aangeduide speler (minstens) eenzelfde dierkaart voor zich hebben liggen. Ook nu is de procedure eenvoudig. De speler aan beurt duidt een dierkaart aan en legt één of meer van zijn geldkaarten verdekt op tafel als bod. De eigenaar van het aangeduide dier neemt nu ofwel het bod aan (hij krijgt dan het geld en verliest het dier) ofwel doet hij een geheim tegenbod. Alleen de betrokken spelers maken uit wie het hoogste bod deed. Vooral in deze fase zijn de blufkaarten (zonder geldwaarde) erg belangrijk! Bezitten beide spelers twee kaarten van het gekozen diertype, dan wordt direct voor beide dieren geboden!
Af en toe (vier keer in totaal) zal een ezeltje opduiken. Voordat zo’n dier geveild wordt, krijgt iedereen een geldkaart uit de bank. De eerste keer is dat ‘50’, dan ‘100’, ‘200’ en tenslotte ‘500’. Hierdoor zal de hoogte van elk bod razendsnel gaan toenemen...
Zodra door rechtstreekse aankoop of afkoop een speler alle vier de dieren van eenzelfde soort bezit, is hij zeker van die punten. Elke diersoort scoort nl. een verschillend aantal punten. De ‘goedkoopste’ dieren (= de hanen) zijn slechts 10 punten waard, de ‘duurste’ (= de paarden) zijn daarentegen 1000 punten waard! Op het eind maakt elke speler de som van zijn verzamelde diersoorten. Daarna mag hij deze waarde vermenigvuldigen met het aantal verzamelde kwartetten. Hierdoor kan een speler met drie minder interessante diersoorten toch een hogere score behalen dan de speler die enkel de paarden bezit.
‘Kuhhandel’ is een schitterend blufspel. Verschillende elementen maken het tot een topper binnen de kaartspellen. Vooral de aanwezigheid van de ‘0’-kaarten en de spelregels betreffende het kooprecht van de veilingmeester en de afkoopprocedure maken dit spel echt genietbaar. Wie echter de grootste moeite heeft om zelf een pokerface op te zetten of om anderen in te schatten, zal dit spel minder kunnen smaken. Ons inziens heeft dit spel terecht een prijs behaald.
Aantal spelers 3-5 spelers
Speelduur 46' tot 2u
Leeftijdscategorie Vanaf 9 à 12j
Moeilijkheidsgraad eenvoudig
Kuhhandel