Bron: Spellenlab
Beide spelers kruipen in de huid van Odins raven. Ze moeten verschillende landschappen doorvliegen om met een zo groot mogelijke voorsprong te finishen. Er worden net zoveel rondes gespeeld totdat iemand 12 of meer zegepunten scoort.
Bij de start van het spel wordt een parcours uitgelegd. Hiervoor worden kaarten gebruikt waarop telkens twee verschillende landschappen getekend staan. 9 dergelijke kaarten liggen in een rij zodat er nooit twee identieke landschappen naast elkaar liggen. De pionnen (raven) van beide spelers staan voor deze serie kaarten opgesteld.
Los hiervan ligt de bovenste van de 6 magische etappekaart open. De spelers die hier de meest passende kaarten investeert, ontvangt telkens 3 extra punten.
Beide spelers ontvangen een zelfde set kaarten (met verschillende rug). Deze bestaan uit 25 vluchtkaarten (landschappen) en 8 actiekaarten waar de meester zelf (Odin) op afgebeeld staat. Deze stapels worden goed gemengd en beide spelers nemen de 5 bovenste kaarten in de hand.
Wie aan de beurt komt, mag maximaal drie kaarten uit de hand spelen en/of drie kaarten uit een nog te vormen extra trekstapel. Deze extra trekstapel wordt tijdens het spel gevuld met verdekt liggende kaarten. De spelers mogen deze kaarten gelukkig steeds even bekijken maar de volgorde mag nooit gewijzigd worden.
Meestal probeert elke speler steeds één of meerdere keren een gepaste vluchtkaart uit te spelen zodat hij zijn raaf telkens over het pad kan verschuiven naar de volgende etappekaart. Dat dit niet steeds mogelijk is, lijkt evident. Vandaar dat twee gelijke vluchtkaarten van een andere soort als joker kunnen dienen. Passende vluchtkaarten kunnen ook bij de open magische etappekaart gelegd worden om er de meerderheid te kunnen behalen.
Op het eind van zijn beurt kan de speler het parcours waarop beide raven voortschrijden eventueel verlengen met één extra etappekaart of zelfs meerdere (mits het betalen met eigen kaarten).
De speciale actiekaarten brengen wat animo in het spel. Je kan er etappekaarten mee omdraaien of verwisselen van plaats, de eigen raaf een zetje geven of de raaf van de andere achteruit duwen.
Zodra een raaf de laatste bestaande etappekaart betreedt, eindigt de ronde. Het verschil in afstand tussen beide raven bepaalt het aantal zegepunten voor de speler van die vlugge raaf. Wie de meeste kaarten bij die magische etappekaart gespeeld heeft, krijgt nog eens drie extra punten.
Zodra iemand 12 of meer punten scoort, eindigt het spel en mag die speler zich tot winnaar uitroepen.
De kaarten zijn voortreffelijk getekend. Ze dragen zeker bij tot het speelplezier. Het thema is goed uitgewerkt zodat je niet de indruk krijgt dat dit een abstract tweepersoonsspel is. Zowel ervaren spelers als gelegenheidsspelers zullen dit spel vaak herspelen. Een aanrader binnen het genre.