Bron: Spellenlab
Steenrijke verzamelaars willen steeds weer meer: deze keer proberen ze heel zeldzame dieren aan te kopen. Tussen de 16 speelkaarten zitten 10 speciale dieren met waarde 1 tot 10 (de boekenworm, de waterhaan, de kranteneend, de autoslang, het stokpaardje, de draadezel, een blinde koe, een scheurwolf, een papiertijger en de partyleeuw). Zeer begeerd zijn de drie speciale dieren die je dierenverzameling in waarde verdubbelen: de Dalai Lama, de Kathedraalmus en de Skihaas. Helaas zitten tussen de ter veiling aangeboden dierenkaarten ook drie slechte kaarten (met een zwarte rand): de Pechvogel doet je één van je reeds verzamelde dierenkaarten verliezen, de Krediethaai vermindert je collectie met 5 punten en de Pleitgier halveert je score.
Elke speler krijgt bij aanvang een identieke set muizenkaarten die hij kan gebruiken om de felbegeerde dierenkaarten aan te kopen op de veiling. Maar opgelet: tijdens het spel krijg je geen extra muizenkaarten meer bij. Je moet het dus doen met deze (geld)voorraad. Bovendien kan je geen geboden muizenkaarten omruilen. Als je dus in het verloop van het spel b.v. de kaarten ‘5’ en ‘10’ hebt ingezet, kan je die niet inwisselen tegen een ‘15’. Je moet dus goed plannen welke getallen je inzet.
De 16 kaarten worden goed gemengd en één na één geveild. De speler aan beurt doet een bod en legt zijn muizenkaarten klaar. Wie wil volgen, moet meer bieden dan de vorige speler. Wie past, krijgt zijn uitgespeelde muizen terug in de hand. Dit gaat zo verder (waarbij elke speler gerust meer dan één keer kan bieden voor dezelfde kaart) totdat nog één iemand overblijft. Nu hangt het er van af om welke kaart geboden werd. Wordt een positieve kaart (met groene rand) geveild, dan krijgt de speler de kaart die het hoogste bod gedaan heeft. Wordt er echter een negatieve kaart (zwarte rand) aangeboden dan moeten de spelers eigenlijk muizen bieden om de kaart niet te hebben. Wie hier als eerste past, ontvangt de kaart gratis. Alle andere medespeler zijn hun geboden muizenkaarten kwijt.
Tussen de 16 kaarten zitten vier kaarten met een lichtblauwe achtergrond (de drie ‘x2’ kaarten en de ‘1/2’-kaart). Zodra de vierde van deze lichtblauwe kaarten omgedraaid wordt om ter veiling aan te bieden, eindigt het spel meteen (deze vierde kaart wordt dus niet meer geveild). Elke speler telt nu eerst hoeveel geld (muizenkaarten) hij nog bezit. De speler met de kleinste waarde ligt helaas uit het spel (je mag dus niet al je geld opsouperen...). De overige spelers maken de som van hun verzamelde dieren, verdubbelen of halveren hun totaal en trekken er eventueel nog eens 5 punten van af indien ze de Krediethaai bezitten. De speler met de waardevolste collectie dieren wint het spel.
Dit spel bestaat reeds: in 1995 kwam het al eerder uit bij Ravensburger onder de naam ‘High Society’. Daar was het thema rijkelui die aanzien willen verwerven door heel speciale en dure attributen aan te kopen. Deze editie bekoort met meer. Het spelsysteem is helemaal identiek maar de grafische uitvoering van de kaarten en het thema maken dit blufkaartspel aantrekkelijker. Een partij duurt niet zo lang en zal ook een geroutineerd speler bekoren. Niet elke partij duurt even lang omdat je niet kan voorzien wanneer de vierde lichtblauwe kaart zal opduiken. Dit geeft dit kaartspel een extra spanning. De dierenkaarten zijn zeer ludiek getekend en bezorgen meerdere spelers een glimlach.